Op 17 september is er een wijzigingsbesluit gepubliceerd waarin het onbelast uitkeren van dividenden aan erfgenamen van vererfde aanmerkelijkbelangaandelen wordt verruimd.
Een belastingplichtige die aanmerkelijkbelangaandelen erft, heeft onder omstandigheden de mogelijkheid over die verkregen aandelen onbelast reguliere voordelen te genieten. De voordelen moeten onder andere zijn genoten binnen 24 maanden na het overlijden van de erflater en bij laatstgenoemde moet bij de overgang van de aandelen inkomen uit AB in aanmerking zijn genomen. Ook brengt de regeling mee dat de verkrijgingsprijs van de aandelen met het genoten voordeel wordt verlaagd (artikel 4.12a van de Wet IB 2001).
Dividend wordt op grond van het civiele recht uitgekeerd over alle aandelen in de vennootschap (artikel 2:201 BW). Dit kan bezwarend zijn voor degene die (ook) niet-vererfde aandelen in diezelfde vennootschap bezit (bijvoorbeeld de langstlevende die aandelen bezit krachtens huwelijksvermogensrecht). Alleen voor de vererfde aandelen bestaat nu immers recht op de faciliteit terwijl een dividenduitkering over alle aandelen plaatsvindt. Toepassing van de regeling heeft voor genoemde belastingplichtigen dus tot gevolg dat zij wat de niet-vererfde aandelen betreft verplicht worden geconfronteerd met een heffing in box 2. Dit acht de staatssecretaris van Financiën niet gewenst. Daarom keurt hij vooruitlopend op wetgeving het volgende goed.
Goedkeuring
- De staatssecretaris keurt goed dat de verkrijger krachtens erfrecht bovengenoemde faciliteit kan toepassen op zowel de vererfde aandelen/winstbewijzen als op de aandelen/winstbewijzen van dezelfde soort in dezelfde vennootschap die reeds in het bezit zijn op het tijdstip van overlijden.
- De staatssecretaris keurt onder de volgende 2 voorwaarden ook goed dat de erfgenamen voor wie de wettelijk vereiste 24-maandentermijn al is verstreken, desgewenst alsnog gebruik kunnen maken van de hiervoor geformuleerde verruimde faciliteit. Dit geldt ook voor de erfgenamen die:
– in aanmerking zouden kunnen komen voor de verruimde faciliteit;
– hiertoe geen verzoek hebben ingediend of gedeeltelijk hebben moeten afrekenen en
– wiens aanslagen al onherroepelijk vaststaan.
Voorwaarden behorend bij goedkeuring 2
1. Het verzoek moet uiterlijk op 31 december 2014 zijn ingediend bij de inspecteur.
2. De reguliere voordelen moeten uiterlijk op 31 december 2014 zijn genoten.
Bovenstaande goedkeuringen gelden niet als de aandelen na het overlijdenstijdstip van de erflater geheel of gedeeltelijk zijn vervreemd.
Meer informatie: Inkomstenbelasting. Aanmerkelijk belang. Wijziging van het besluit van 4 september 2012, nr. BLKB2014/1321M
Geef een reactie