Duitsland mag de verrekening van door buitenlandse (klein)dochterondernemingen betaalde vennootschapsbelasting weigeren. Het feit dat verrekening wel mogelijk is in binnenlandse situaties, is volgens het Europese Hof niet van belang.
Het Amerikaanse Kronos International leed in de jaren 1993-2001 verlies en verzocht de Duitse belastingdienst om verrekening met de Vpb die zij in Duitsland had betaald en teruggave van de belasting die haar buitenlandse (klein)dochters hadden betaald. De Duitse belastingdienst wees het verzoek af. De verrekeningsmethode mag volgens de Duitse wet- en regelgeving namelijk alleen worden toegepast voor dividenden die worden uitgekeerd door Duitse ingezeten vennootschappen aan Duitse ingezeten vennootschappen. Voor dividenden die worden uitgekeerd door vennootschappen die ingezetenen zijn van andere lidstaten of van derde staten geldt de vrijstellingsmethode. Nu de dividenden die de buitenlandse dochters van Kronos hadden uitgekeerd vrijgesteld waren, konden deze niet als belastbare inkomsten in aanmerking worden genomen. Het feit dat de verrekeningsmethode ertoe leidt dat de door een Duitse uitkerende vennootschap betaalde belasting geheel of gedeeltelijk wordt terugbetaald als de Duitse ontvangende vennootschap verlies lijdt, maakte het oordeel niet anders. Het Europese Hof oordeelde dat de Duitse btw-regeling niet in strijd is met het EU-recht.
Wet: artikelen 63 VWEU en 65 VWEU
Meer informatie: Europese Hof van Justitie van de Europese Unie, 11 september 2014, C‑47/12
Geef een reactie