Stel: iemand verkoopt zijn geschorste auto, waarbij enige tijd ligt tussen het overdragen van de beschikkingsmacht over de auto aan de koper en de overschrijving in het kentekenregister. In deze situatie loopt de verkoper het risico dat de koper de auto op de openbare weg gebruikt terwijl deze nog op naam staat van de verkoper. De verkoper is dan toch een eventuele boete verschuldigd. Volgens Hof Amsterdam is dan wel een verlaging van deze boete passend.
Een man was eigenaar van een Chevrolet waarvan het kenteken was geschorst. De man verkocht de auto onder schorsing aan een ander, waarbij hij de beschikkingsmacht over de auto overdroeg op zondag 27 februari 2011. De koper liet die avond de auto per oplegger wegvoeren en plaatsen op de openbare weg in de buurt van een garagegeplaatst met het oog op reparaties. De fiscus kwam daar achter en legde de verkoper een naheffingsaanslag MRB inclusief € 888 boete op. Het hof was het eens met de naheffingsaanslag, omdat het kenteken van de Chevrolet pas op 12 maart 2011 was overgeschreven op naam van de koper. Ook oordeelde het hof dat de fiscus een boete mocht opleggen aan de verkoper. Door toe te staan dat de koper de auto liet wegvoeren, riskeerde hij dat de auto zou worden gebruikt op de openbare weg. Aan de andere kant was een vermindering van de boete op zijn plaats. Het beboetbare feit was buiten het zicht van de verkoper gebeurd. Bovendien hadden de bezwaar- en beroepsprocedure nogal wat tijd gekost. Uiteindelijk werd de boete verlaagd tot € 250.
Meer informatie: Hof Amsterdam, 4 september 2014 (gepubliceerd 10 september 2014), ECLI:NL:GHAMS:2014:3690
Geef een reactie