De Belastingdienst merkt voorwerpen van keramiek alleen aan als laagbelaste kunstvoorwerpen als zij geheel van de hand van de kunstenaar zijn. Rechtbank Noord-Nederland heeft geoordeeld dat bij nauwe samenwerking tussen de opdrachtgever en de beroepskunstenaar beide kunnen kwalificeren als kunstenaar en vervaardiger. Ook dan geldt het verlaagde btw-tarief van 6%.
De zaak was als volgt. Een bv die keramische voorwerpen produceerde en verkocht, had vier bekende kunstenaars uitgenodigd om met de bv samen te werken aan een kunstproject. Dit project bestond uit het vervaardigen van bloempiramides in een vernieuwende stijl. Daarbij diende een door de bv gerestaureerde 17e-eeuwse bloempiramide uit het Rijksmuseum als inspiratiebron. De bv hanteerde bij de verkoop van de nieuwe bloempiramides het lage btw-tarief voor kunstvoorwerpen. Maar de inspecteur was het daar niet mee eens. Hij wees erop dat onder kunstvoorwerpen onder meer wordt verstaan ‘unieke voorwerpen van keramiek, geheel van de hand van de kunstenaar en door hem gesigneerd’. Volgens de fiscus waren de bloempiramides niet geheel van de hand van de kunstenaar. De kunstenaars hadden de bloempiramides ontworpen, maar de bv had ze naar dat ontwerp geperfectioneerd, aldus de inspecteur. De rechtbank concludeerde echter dat de verhouding tussen de kunstenaars en de bv bij dit project zo uniek was, dat hun bijdrages tot het uiteindelijke resultaat nauwelijks waren te scheiden. De rechter oordeelde dat de bv samen met de kunstenaars was aan te merken als vervaardiger-kunstenaar van de bloempiramides. De bv had daarom terecht het btw-tarief van 6% toegepast.
Wet: artikel 9, tweede lid, onderdeel b en Tabel I, post onderdeel a, sub 29.b Wet OB 1968
Uitvoeringsbeschikking: artikel 4, tweede lid en Bijlage J, eerste lid, onderdeel e Uitv.besch. OB 1968
Meer informatie: Rechtbank Noord-Nederland, 26 augustus 2014 (gepubliceerd 10 september 2014), ECLI:NL:RBNNE:2014:4272
Geef een reactie