Hoewel het moeilijk is om te bewijzen dat iets er níet is, stond een bv onlangs voor deze uitdaging. Het was aan de bv om overtuigend aan te tonen dat er nog geen afspraak over een aandelenverkoop bestond op het moment dat ze bij aankoop van een pand de herinvesteringsreserve afboekte.
Ook bij een vervreemding en een herinvestering in hetzelfde boekjaar kan sprake zijn van een vorming en afboeking van een herinvesteringsreserve (hir). Dat was in de zaak bij Hof Arnhem van belang nu een bv in 2006 in februari een pand verkocht (en een hir vormde) en op 10 oktober een pand aankocht (en de hir afboekte). Een week na de aankoop van het pand werden de aandelen in de bv verkocht aan een derde. De inspecteur stelde dat er vóór de aankoop van het pand op 10 oktober al sprake was geweest van een wisseling in het uiteindelijke belang, omdat er mondeling al een overeenkomst voor de aandelenoverdracht tot stand was gekomen. Door de aandeelhouderswisseling moest de hir vrijvallen. Het was aan de bv om overtuigend aan te tonen dat de belangenwijziging niet vóór 10 oktober had plaatsgevonden. De bv slaagde hierin echter niet, omdat zij alleen de akte van levering van 17 oktober kon overleggen. Daarmee verschafte ze geen duidelijkheid over wat er vóór 17 oktober al was overeengekomen over de verkoop van de aandelen. De inspecteur had de hir terecht tot de winst gerekend, oordeelde het hof.
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 9 september 2014 (gepubliceerd op 19 september 2014), ECLI:NL:GHARL:2014:7010
Geef een reactie