Excuses van de rechter en de vaststelling dat inbreuk is gemaakt op de rechtszekerheid is voldoende compensatie voor de overschrijding van een redelijke termijn, als het belastingbedrag waarover het geschil gaat gering is.
Een duidelijk voorbeeld hiervan is de zaak voor Rechtbank Noord-Holland die een man aanspande tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting van € 54,30. De man meende recht te hebben op een schadevergoeding, omdat de rechtbank was verzuimd tijdig een vervolg te geven op de inbreng van stukken door de heffingsambtenaar, waardoor de uitspraak pas werd gedaan na het verstrijken van een redelijke termijn. De rechtbank verklaarde het beroep van de man ongegrond. Volgens de rechter had de man aan zijn betalingsverplichting kunnen voldoen als hij voldoende had opgelet. In de buurt waar hij zijn auto had geparkeerd waren namelijk zes parkeerautomaten aanwezig. De rechtbank kende evenmin een schadevergoeding toe omdat het slechts ging om een gering bedrag. De geconstateerde overschrijding van de redelijke termijn was volgens de rechter voldoende gecompenseerd met de ter zitting uitgesproken excuses en de vaststelling dat inbreuk was gemaakt op de rechtszekerheid.
Wet: artikel 8:88 Awb
Meer informatie: Rechtbank Noord-Holland, 2 januari 2014 (gepubliceerd op 6 januari 2014), ECLI:NL:RBNHO:2014:47, 11/3120
Geef een reactie