Hof Den Haag stelde de WOZ-waarde van een twee-onder-een-kap woning € 37.000 lager vast, omdat er op 110 meter afstand een bovengrondse hoogspanningsverbinding liep.
Voor het jaar 2011 ontving de eigenaar van de woning een WOZ-beschikking met een waarde van € 487.000 van de gemeente Zoetermeer. Omdat er in dat jaar een hoogspanningsverbinding van 6 km lang achter zijn huis was aangelegd, pleitte hij voor een lagere waarde van € 378.000. De inspecteur kwam met taxatierapporten van woningen die waren verkocht in de periode dat de hoogspanningskabel er nog niet waren. De man beargumenteerde dat de kopers van die woningen destijds nog niet goed wisten wat hen te wachten stond. Hof Den Haag gaf aan dat de inspecteur aannemelijk moest maken dat in de koopprijs van de referentieobjecten de te verwachten impact van de hoogspanningsleidingen voldoende tot uitdrukking kwam. Hij slaagde daarin niet. Bovendien weerlegde de inspecteur de argumenten die de man daarover had aangevoerd niet voldoende. Omdat de inspecteur niet erin was geslaagd aannemelijk te maken dat de waarde van de woning niet te hoog was vastgesteld, maar ook de man onvoldoende redenen had aangevoerd om uit te kunnen gaan van de waarde die hij voorstelde, stelde het hof de WOZ-waarde in goede justitie vast op €37.000 minder, namelijk € 450.000.
Meer informatie: Gerechtshof Den Haag, 27 mei 2013 (gepubliceerd op 7 januari 2014), ECLI:NL:GHDHA:2013:4089
Geef een reactie