Vanaf 1 januari 2014 kan een fiscale eenheid het stakingsverlies van een vaste inrichting alleen verrekenen met haar winst voor zover deze is toe te rekenen aan de maatschappij die deze vaste inrichting had. Deze maatregel geldt als deze bv vóór of op het moment van voeging al had besloten de vaste inrichting te staken.
Als een bv de activiteiten van de vaste inrichting staakt en daarbij een stakingsverlies lijdt, kan zij dit stakingsverlies in beginsel aftrekken. Stel dat de bv vóór de staking van de vaste inrichting is gevoegd in een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. In dat geval wil de wetgever dat het stakingsverlies alleen is te verrekenen met het resultaat van de fiscale eenheid voor zover dit resultaat valt toe te rekenen aan de bv die de vaste inrichting had op het moment van voeging. Maar het stakingverlies komt pas tot uitdrukking in de fiscale winst in het jaar van beëindiging van de vaste inrichting. De staatssecretaris van Financiën heeft een maatregel getroffen om te voorkomen dat winstgevende bv’s alleen een fiscale eenheid aangaan met verlieslijdende bv’s om het verlies uit de staking van een buitenlandse vaste inrichting te kunnen verrekenen. Deze maatregel treedt in werking als een bv in het zicht van de staking van haar vaste inrichting gaat behoren tot een fiscale eenheid. In dat geval kan de fiscale eenheid het stakingsverlies slechts verrekenen met haar winst voor zover deze is toe te rekenen aan de bv met de buitenlandse vaste inrichting. Bij het berekenen van de winst van de bv blijft het stakingsverlies buiten beschouwing. Deze bv kan de moedermaatschappij zijn of een dochtermaatschappij. Deze maatregel heeft terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2014.
Besluit: artikel 7b Besluit Fiscale eenheid 2003
Meer informatie: ministerie van Financiën, 30 december 2013, DB/2013/605
Geef een reactie