Het Register Belastingadviseurs (RB) is positief over de mogelijkheid die erfgenamen bij zuivere aanvaarding krijgen om te verzoeken om ontheffing van de verplichting om een onverwachte schuld met eigen vermogen te voldoen, zoals dat in januari is voorgesteld. In de reactie op de internetconsultatie plaatst het Register echter ook enkele kanttekeningen.
‘Eigen’ vermogen
Het RB merkt op dat de erfgenaam bij zuivere aanvaarding van een nalatenschap een bepaalde situatie veronderstelt. Hij gaat uit van een bepaalde verkrijging. Door de onverwachte schuld, verandert de omvang van de oorspronkelijke verkrijging echter. De ontheffing die de erfgenaam kan krijgen, kan echter slechts gedeeltelijk worden geeffectueerd, namelijk voor zover de verkrijging negatief wordt en voor zover de schuld daardoor ten laste van ‘eigen’ vermogen gaat. Daarbij dient een vergelijking te worden gemaakt tussen twee erfgenamen die beiden hebben aanvaard en beiden worden geconfronteerd met een onverwachte schuld, waarbij de ene erfgenaam na de onverwachte schuld een positief erfdeel overhoudt, en de ander een negatief erfdeel. Waar de erfgenaam in de tweede situatie wél een beroep kan doen op de regeling, kan de eerste dat niet, terwijl voor de eerste erfgenaam gevoelsmatig sprake is van eenzelfde achteruitgang. Dit lijkt een ongelijke behandeling van vergelijkbare gevallen.
Aflossing eigen (hypotheek)schuld
Verder moet worden opgemerkt dat de regeling naar de mening van het RB een zeer beperkte uitwerking heeft omdat deze slechts toepasbaar is voor zover de verkrijging negatief wordt en daardoor ten laste van het eigen vermogen van de erfgenaam komt. Gedacht kan worden aan de situatie dat de erfgenaam met de oorspronkelijke verkrijging een eigen schuld aflost, bijvoorbeeld de hypotheekschuld. In de situatie dat de verkrijging krachtens erfrecht positief blijft nadat de onverwachte schuld opkomt, kan de erfgenaam volgens de letterlijke tekst geen gebruik maken van de voorgestelde regeling. Ook in deze situatie moet de erfgenaam dan met eigen geld de onverwachte schuld voldoen, terwijl dat geld er mogelijk niet is. Het geld van de verkregen nalatenschap zit hierdoor in het huis, wat tot gevolg zou hebben dat de woning zou moeten worden verkocht. Het RB geeft dan ook in overweging om de voorgestelde regeling te verruimen.
‘Onverwachte schuld’
Het RB geeft in overweging om erfgenamen de regeling ook toe te laten passen in de situatie dat het bestaan van een schuld weliswaar bekend is, net als de omvang hiervan, maar de omvang achteraf onverwacht hoger blijkt te zijn. Ook in die situatie kan namelijk worden gesteld dat de erfgenaam te goede trouw is. Verder wijst het RB er op dat een erfgenaam op grond van onderzoek weliswaar ter ore is gekomen dat er sprake is van een schuld, maar de omvang hiervan niet duidelijk komt vast te staan doch slechts bij benadering kan worden vastgesteld. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat het bestaan van een schuld bekend is maar de erflater en de schuldeiser discussie hadden over de hoogte hiervan. Volgens de letterlijke tekst zou de voorgestelde regeling ook in die situatie niet kunnen worden toegepast. Het RB geeft in overweging ook in die situatie de regeling wél toe te passen.
Meer informatie: Wet bescherming erfgenamen tegen onverwachte schulden
Geef een reactie