De omstandigheid dat een bestelauto ook kan worden gebruikt voor privé-vervoer van goederen of personen sluit niet uit dat sprake kan zijn van een bestelauto die (nagenoeg) uitsluitend geschikt is voor goederenvervoer. Dit heeft Hof Arnhem-Leeuwarden geoordeeld.
Een verkoper van vloerbedekking kreeg een navorderingsaanslag inkomstenbelasting opgelegd met een correctie voor het privégebruik van drie bestelauto’s. Volgens deze man hoefde hij geen kilometeradministratie bij te houden, omdat die bestelauto’s uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt waren voor vervoer van rollen kamerbreed tapijt. Zo was een van die drie bestelauto’s verlengd en extra verhoogd. Ook beschikte die bestelauto in de laadruimte over vast gemonteerde schappen aan beide zijwanden voor materialen en gereedschappen in verband met de te verrichtten werkzaamheden. Het hof vond dat die bestelauto gelet op de uiterlijke verschijningsvorm, de specifieke inrichting en de afmetingen speciaal geschikt was voor het vervoer van goederen. Het feit dat in de cabine van die bestelauto plaats was voor het vervoer van meer personen dan enkel de chauffeur, deed er niet toe. Het hof was het wel eens met de bijtelling van € 3.150 voor het privégebruik van een van de andere twee bestelauto’s. Van die ene auto was namelijk onvoldoende komen vast te staan of die (nagenoeg) uitsluitend geschikt was voor vervoer van goederen. En van de derde bestelauto kon niet worden gezegd of die tot het ondernemingsvermogen behoorde. Het hof verklaarde het hoger beroep van de man dus slechts voor een deel gegrond.
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 18 februari 2014 (gepubliceerd op 28 februari 2014), ECLI:NL:GHARL:2014:1299, 13/00576
Geef een reactie