Als een ondernemer ten onrechte btw factureert aan zijn afnemer en deze failliet gaat, heeft de ondernemer een probleem. Hij is dan namelijk volgens Hof Den Bosch verplicht de btw af te dragen terwijl hij geen teruggaaf van btw kan aanvragen vanwege het faillissement van de afnemer.
In de zaak voor het hof had een bv die zich onder meer bezighield met herfinanciering een vordering verkregen op een andere bv. De schuldeiser sloot een betalingsregeling met de schuldenaar. De schuldeiser vermeerderde de deelbetalingen van de aflossingen met btw. Aflossingen op vorderingen zijn echter geen btw-belaste prestaties, zodat de bv ten onrechte btw in rekening had gebracht. Omdat een ondernemer gefactureerde btw moet afdragen, mocht de fiscus de niet-afgedragen btw naheffen. In dit geval was herziening van de btw niet mogelijk, omdat het verlies van belastinginkomsten niet was uitgeschakeld. De bv stelde vervolgens dat de na te heffen btw was te verrekenen met een recht op teruggaaf van btw. De schuldenaar was namelijk failliet gegaan en zou de factuur niet meer betalen. Deze teruggaafmogelijkheid ziet echter op de btw ter zake van leveringen en diensten. De naheffing vloeide hier uitsluitend voort uit het ten onrechte factureren van btw. De bv kon dus de af te dragen btw niet verrekenen met een btw-teruggaaf vanwege het niet-betalen van de afnemer.
Wet: artikelen 29 en 37 Wet OB 1968
Meer informatie: Hof Den Bosch, 13 juni 2014 (gepubliceerd 30 juni 2014), ECLI:NL:GHSHE:2014:1769
Geef een reactie