In Kamervragen gaf Kamerlid Omtzigt (CDA) aan dat er een lek in de innovatiebox is gesignaleerd. De staatssecretaris geeft toe dat er een onduidelijkheid in de wet zit, maar het is hem niet bekend dat hier in de praktijk van geprofiteerd wordt. Desondanks zal hij de onduidelijkheid weghalen door een aanpassing te doen in het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2015.
In de situatie waarop wordt gedoeld, wordt een immaterieel activum ontwikkeld in een vaste inrichting in het buitenland en wordt dit activum vervolgens overgebracht naar het hoofdhuis in Nederland. Hierdoor kan een interessante combinatie worden gemaakt met de objectvrijstelling en de innovatiebox. De toerekening van activiteiten en activa, zoals (de ontwikkeling van) een immaterieel activum, aan het hoofdhuis of een vaste inrichting is volgens de staatssecretaris echter geen vrije keuze van de ondernemer. Een dergelijke toerekening vindt op basis van de zogenoemde authorized OECD approach plaats op objectieve gronden. Volgens deze benadering worden de activiteiten en activa toegerekend aan de aanwezigheid in verschillende landen op basis van de zogenoemde significant people functions.
Verplaatsing niet eenvoudig
De voor toerekening van (de ontwikkeling van) een immaterieel activum relevante functies zullen hierbij in de regel daar worden uitgeoefend waar het personeel aanwezig is dat bevoegd en in staat is tot het nemen van beslissingen met betrekking tot het aangaan en beheren van de risico’s die verband houden met (de ontwikkeling van) het immateriële activum. Het verplaatsen van deze functies en dus het verplaatsen van het immateriële activum zal daarmee in veel gevallen niet eenvoudig zijn en kan praktisch bezwaarlijk zijn. Er zijn de staatssecretaris dan ook geen gevallen bekend waarin bovenstaande constructie in de praktijk is toegepast.
Voordeel?
Ingeval het toch mogelijk is om deze constructie toe te passen, blijft het de vraag of er een voordeel behaald kan worden en wat de hoogte daarvan is. Dit blijft afhankelijk van de feiten en omstandigheden van het concrete geval, waaronder ook de waardeontwikkeling van het activum en de belastingdruk in de vaste inrichting. Zo kan worden gesteld dat de waarde in het economische verkeer van het immateriële activum op het moment dat dit activum wordt overgebracht naar Nederland voor de innovatiebox moet worden aangemerkt als voortbrengingskosten, zodat de belastingplichtige geen voordeel heeft van de constructie.
Meer informatie: Beantwoording Kamervragen over de innovatiebox
Geef een reactie