Als een woning valt onder de instandhoudingsverplichting, drukt dit de WOZ-waarde. De kwalificatie van landgoed is een goed begin, maar geen voldoende voorwaarde voor toepassing van de instandhoudingseis.
In beginsel is de waarde van landgoed met uitzondering van op landgoed gebouwde eigendommen vrijgesteld van onroerendezaakbelasting (ozb). En de te berekenen WOZ-waarde van een woning op een landgoed wordt door de instandhoudingsverplichting verlaagd. Dit komt omdat de gemeente grofweg gezegd de WOZ-waarde van de woning vaststelt onder de veronderstelling dat men verplicht is het landgoed gedurende 25 jaar in stand te houden. Bij een eigenaar van een woonboerderij op een landgoed was de toepassing van de landgoedvrijstelling en de instandhoudingsverplichting achterwege gelaten over het jaar 2012. De rechtbank oordeelde dat dit terecht was. Het landgoed voldeed begin 2011 nog niet aan een aantal aanvullende voorwaarden. Pas eind 2012 werd aan deze voorwaarden voldaan, zodat de WOZ-waarde in 2013 een stuk lager was. De rechtbank benadrukte dat zo’n verschil mogelijk is, omdat de WOZ-waarde elk jaar opnieuw wordt vastgesteld. Ook oordeelde de rechter dat de gemeente de waarde had vastgesteld door deze te vergelijken met vijf vrijstaande woningen en woonboerderijen. De eigenaar stelde nog dat zijn boerderij een agrarische bestemming had, maar dit veranderde niets aan de zaak. De rechtbank constateerde dat de boerderij hoofdzakelijk geschikt was voor bewoning. Het beroep van de man werd dan ook ongegrond verklaard.
Wet: artikel 220d, eerste lid Gemeentewet en artikel 17, tweede lid en vijfde lid Wet WOZ
Uitvoeringsregeling: artikel 4, eerste lid, onderdeel b Uitv.reg. instructie waardebepaling Wet WOZ
Meer informatie: Rechtbank Overijssel, 3 november 2014 (gepubliceerd 26 november 2014), ECLI:NL:RBOVE:2014:5822
Geef een reactie