De 180-dagenfictie in de Successiewet bepaalt niet dat geen schenkingsrecht is verschuldigd als een schenker binnen 180 dagen na de schenking overlijdt. Men kan daarnaast de betaalde schenkbelasting ook niet terugvragen als blijkt dat de ontvangen erfenis niet leidt tot de heffing van erfbelasting.
In deze zaak kreeg een dame in oktober 2009 van haar ouders een buitenlandse onroerende zaak geschonken ter waarde van € 60.000. Omdat haar vader binnen 180 dagen na schenking overleed, diende de schenking volgens de dochter deel uit te maken van zijn nalatenschap. Gezien de geldende vrijstelling van erfbelasting, zou dan geen erfbelasting verschuldigd zijn en recht bestaan op restitutie van het schenkingsrecht. Gerechtshof Den Haag oordeelde eerder al dat artikel 12 SW (180-dagenfictie) niet bepaalt dat geen schenkingsrecht is verschuldigd als een erflater binnen 180 dagen na de schenking overlijdt. Door artikel 7 SW bestaat slechts de mogelijkheid om het betaalde schenkingsrecht in mindering te brengen op de verschuldigde erfbelasting, om dubbele heffing te voorkomen. In dit geval was geen sprake van dubbele heffing. De klachten tegen de uitspraak van het hof konden niet tot cassatie leiden volgens de Hoge Raad.
Wet: artikel 7 SW (artikel 10, lid 4 SW vóór 2010), artikel 12, lid 1 SW
Meer informatie: Hoge Raad, 5 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3507
Geef een reactie