De staatssecretaris keurt goed dat in afwijking van recente arresten ook sprake kan zijn van een woning in aanbouw als er voldoende concrete stappen zijn gezet op grond waarvan valt aan te nemen dat de bouwkundige werkzaamheden binnen afzienbare tijd gaan beginnen. Hiervoor kan het sluiten van een koop- of aannemingsovereenkomst onder voorwaarden voldoende zijn.
In twee arresten van 3 oktober 2014 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de wet geen hypotheekrenteaftrek toestaat voor een woning tot het moment van heien of het leggen van de fundering (lees ook: Wanneer start de aanbouw van een woning?). De Hoge Raad geeft hiermee een uitleg aan het begrip woning in aanbouw in de zin van artikel 3.111, derde lid, van de Wet IB 2001.
Goedkeuring
De Hoge Raad heeft naar de mening van het kabinet in de genoemde arresten terecht geoordeeld dat in die concrete situatie geen sprake is van een woning in aanbouw voor de eigenwoningregeling. De uitleg van de Hoge Raad van het begrip woning in aanbouw in meer algemene zin is echter een andere dan die de wetgever bij de totstandkoming van de Wet IB 2001 voor ogen had. Daarom heeft de staatssecretaris besloten om een goedkeuring op te nemen het besluit over de toepassing van de eigenwoningregeling waardoor ook sprake kan zijn van een woning in aanbouw als de feitelijke bouwwerkzaamheden (heien of aanleggen fundering) nog niet zijn begonnen.
Nieuwbouw
Ingeval van nieuwbouw is sprake van een woning in aanbouw vanaf het moment van sluiten van de koop-/aannemingsovereenkomst als belastingplichtige aannemelijk maakt dat die woning in aanbouw uitsluitend bestemd is om hem in het kalenderjaar van het moment van het sluiten van de koop-/aanneemovereenkomst of een van de drie daaropvolgende jaren als hoofdverblijf ter beschikking te staan.
Bouwkavel
Bij een bouwkavel gaat het om een weging van de feiten en omstandigheden in het individuele geval om te bepalen vanaf welk moment sprake is van een woning in aanbouw. Als belastingplichtige een bouwkavel heeft en de bouwkundige werkzaamheden zijn begonnen, dan geldt het volgende. In die situatie kan worden aangenomen dat in ieder geval vanaf zes maanden voorafgaand aan de start van de feitelijke bouwwerkzaamheden, sprake is van een woning in aanbouw. De belastingplichtige moet dan wel aannemelijk maken dat die woning in aanbouw vanaf zes maanden voorafgaand aan de start van de feitelijke bouwwerkzaamheden, uitsluitend bestemd is om hem in het kalenderjaar of een van de drie daaropvolgende jaren als hoofdverblijf ter beschikking te staan.
Dit besluit treedt werkt terug tot en met 3 oktober 2014, met uitzondering van artikel I, onderdeel B.
Wet: artikel 3.111, lid 3 Wet IB 2001
Meer informatie: BLKB 2014 1947M, IBNW, Woning in aanbouw
Geef een reactie