Hof Den Bosch heeft bevestigd dat het toezenden van een inkomensverklaring naar de rechter is aan te merken als een verzoek om vermindering of kwijtschelding van griffierecht.
In beginsel leidt het niet betalen van het griffierecht tot niet-ontvankelijkheid van het beroep. Eerder dit jaar besliste de Hoge Raad dat de rechter het beroep toch in behandeling moet nemen als de belanghebbende het griffierecht niet (volledig) kan betalen (zie: 'Arme belanghebbende hoeft minder griffierecht te betalen'). In de zaak voor Hof Den Bosch had de belanghebbende als reactie op een herinnering voor het betalen van griffierecht de rechter een inkomensverklaring gestuurd. Zijn handeling was terecht aangemerkt als een verzoek om vermindering of kwijtschelding van griffierecht. De griffier wees dit verzoek echter af omdat vermindering, kwijtschelding of uitstel van betaling van griffierecht wettelijk niet mogelijk zou zijn. Het beroepschrift van de man werd niet-ontvankelijk verklaard. De man ging daartegen in verzet. Hof Den Bosch verwees naar de eerder genoemde uitspraak van de Hoge Raad. Het hof achtte het mogelijk dat de man gezien zijn financiële omstandigheden redelijkerwijs niet in verzuim was geweest. Zijn zaak moest daarom alsnog worden onderzocht.
Wet: artikel 8:41, zesde lid Awb
Meer informatie: Hof Den Bosch, 28 november 2014 (gepubliceerd 18 december 2014), ECLI:NL:GHSHE:2014:4994
Geef een reactie