Het lage btw-tarief is van toepassing op paddenstoelenbroed van paddenstoelen die zijn bestemd voor menselijke consumptie. Hieronder vallen ook growkits met pootgoed voor paddo’s, aldus de Hoge Raad.
Een ondernemer produceerde paddenstoelenbroed en verkocht dit als zogenoemde growkits. Een growkit bestond uit een plastic bakje met deksel met een inhoud van ongeveer een liter, met daarin een laagje broed, afgedekt met stof voor de vochtregulatie. Na opening van het deksel vormden zich in het bakje paddenstoelen met hallucinerende werking. In geschil was welk btw-tarief hierop van toepassing was. De Hoge Raad oordeelde – net als het hof – dat de paddo’s vielen onder het 6%-tarief van ‘pootgoed bestemd voor teelt van groenten en fruit’. Uit de memorie van toelichting bleek namelijk dat de wetgever de begrippen ‘groenten’ en ‘fruit’ een ruime betekenis heeft willen geven. Daaronder vallen alle planten en plantendelen, vruchten en ook paddenstoelen (de vruchtlichamen van een zwam of schimmel) die voor menselijke consumptie zijn bestemd (dat wil zeggen eetbaar zijn). Ook paddenstoelenbroed van paddenstoelen bestemd voor menselijke consumptie valt daaronder. En daarbij maakt het geen verschil dat de paddo’s als genotmiddel worden geconsumeerd. Het lage ‘groente en fruit’-tarief was dus van toepassing.
Wet: post a.3 van tabel I behorende bij de Wet OB
Meer informatie: Hoge Raad, 19 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3613
Geef een reactie