Rechtbank Zeeland-West-Brabant verbond aan een uitspraak een dwangsom van € 100 voor iedere dag dat de inspecteur de uitspraak niet naleefde. Na het overschrijden van de driejaarstermijn kreeg de fiscus nog twee weken de tijd om alsnog de aanslag en verliesbeschikking op te leggen.
De inspecteur had de aanslag IB 2009 en de verwachtte verliesbeschikking over 2009 na drie jaar nog niet vastgesteld. Hij was dus niet binnen de wettelijke termijn gebleven. De inspecteur verbond daaraan de conclusie dat hij dan geen aanslag en verliesbeschikking meer kon opleggen. Maar dat standpunt verwierp de rechtbank, omdat de belastingplichtige in dit geval juist verzocht om het vaststellen van de aanslag en verliesbeschikking. De inspecteur moest deze dus alsnog vaststellen. Hij kreeg daarvoor twee weken na dagtekening van de uitspraak de tijd van de rechter. De rechtbank verbond aan haar uitspraak een nadere dwangsom van € 100 voor iedere dag dat de inspecteur in gebreke bleef de uitspraak na te leven.
Wet: artikel 11, derde lid AWR
Meer informatie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 1 april 2014 (gepubliceerd op 14 mei 2014), ECLI:NL:RBZWB:2014:2166
Geef een reactie