Als een bank een reddings- en herfinancieringsplan opstelt voor een noodlijdend bedrijf, kwalificeert dat als een vorm van kredietbemiddeling. De bank mag dus geen btw factureren met betrekking tot deze dienst. Als zij dit toch doet, kan het bedrijf deze btw niet aftrekken.
Dit speelde ook in de volgende zaak voor Rechtbank Den Haag. Daarbij trad bovendien een complicerende factor op. De bank had namelijk voor de uitvoering van een reddingsplan voor een noodlijdende bv juridische adviezen afgenomen van een nv. De bank verhaalde de kosten van dit advies op de bv en bracht daarbij btw in rekening. De bv stelde dat zij feitelijk de afnemer was van de juridische diensten. Het advieskantoor zou de factuur alleen ter afdekking van het debiteurenrisico hebben gestuurd naar de bank. Maar de rechter volgde dit standpunt niet. De diensten van het advieskantoor aan de bank en de diensten van de bank aan de bv waren afzonderlijke diensten. De bank was afnemer van het advieskantoor. De bv was alleen afnemer van de diensten van de bank op het gebied van btw-vrijgestelde kredietbemiddeling. De bank had dus ten onrechte btw gefactureerd, die de bv daarom niet kon aftrekken.
Wet: artikel 11, eerste lid, onderdeel j sub 1° OB 1968
Meer informatie: Rechtbank Den Haag, 8 april 2014 (gepubliceerd 2 mei 2014), ECLI:NL:RBDHA:2014:5514
Geef een reactie