De Hoge Raad oordeelde dat de inspecteur voor het feit waarvan een belanghebbende te kwader trouw is ook een tweede navorderingsaanslag kan opleggen. De fiscus mocht daarom op basis van hetzelfde proces-verbaal twee keer een navorderingsaanslag opleggen aan een hennepstekker.
Op grond van een proces-verbaal legde de Belastingdienst navorderingsaanslagen op aan een man, wegens niet-aangegeven inkomsten uit een hennepstekkerij. Daarbij realiseerde de inspecteur zich niet dat de berekening in het politierapport per ongeluk uitging van 1 hok, terwijl er 2 hokken waren waarin stekken werden gekweekt. Vervolgens legde hij daarom opnieuw navorderingsaanslagen op. In cassatie bleef onbestreden dat de man te kwader trouw was bij het niet aangeven van de inkomsten die hij verkreeg uit de hennepstekkerij. Het hof had geoordeeld dat de inspecteur weliswaar onzorgvuldig had gehandeld, maar hij de eerste navorderingsaanslagen toch mocht herstellen gezien de kwade trouw bij de man. Omdat de man ook bij het feit dat aan de tweede navorderingsaanslagen ten grondslag lag te kwader trouw was, verhinderde een ambtelijk verzuim van de inspecteur het opleggen van die navorderingsaanslagen niet. De tweede navorderingsaanslagen bleven in stand bij de Hoge Raad.
Wet: artikel 16 AWR
Meer informatie: Hoge Raad, 2 mei 2014, ECLI:NL:HR:2014:1034
Geef een reactie