Het is in strijd met het Unierechtelijke doeltreffendheidsbeginsel om iemand die als btw-ondernemer kwalificeert vanwege de exploitatie van zonnepanelen niet dezelfde mogelijkheden te geven om zijn recht op aftrek van voorbelasting te effectueren.
Hof Den Bosch besliste in lijn met een eerdere uitspraak dat wie als btw-ondernemer kwalificeert vanwege de exploitatie van zonnepanelen dezelfde mogelijkheden moet krijgen om voorbelasting in aftrek te kunnen brengen. In deze zaak had een particulier zonnepanelen laten plaatsen op het dak van zijn woning. De factuur hiervoor had een datum van 29 mei maart 2013. Belanghebbende meldde zich, na het Fuchs-arrest van 20 juni 2013, op 20 december 2013 als ondernemer aan bij de Belastingdienst. Als startdatum van de onderneming had belanghebbende de datum 1 juni 2013 vermeld. De man vroeg tevens om teruggave van de in rekening gebrachte omzetbelasting van de zonnepanelen. Volgens de inspecteur had belanghebbende zich niet aangemeld binnen een maand na afloop van het kwartaal waarin de factuurdatum viel, en was dus te laat. Het hof besliste dat aan belanghebbende een aangiftebiljet had moeten worden uitgereikt over de periode 1 april 2013 tot en met 31 december 2013 dan wel 29 mei 2013 tot en met 31 december 2013. Het hof merkte de door belanghebbende ingediende aangifte aan als een aangifte die mede omvat de maanden mei 2013 en juni 2013. Belanghebbende had de aangifte gedaan binnen de door de inspecteur gestelde termijn. Daarmee was de aangifte en het verzoek om teruggaaf tijdig gedaan. Het door belanghebbende ingestelde hoger beroep was dan ook gegrond.
Wet: artikel 31 Wet OB 1968 en artikel 6 Algemenen wet inzak rijksbelastingen 1959
Meer informatie: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 6 juni 2017 (gepubliceerd op 12 juli 2017), ECLI:NL:GHSHE:2017:3070
Geef een reactie