Natuurlijke personen kunnen alleen de kosten van hun verhuizing aftrekken als zij winst uit onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden genieten en daarnaast aan enkele voorwaarden voldoen. Wie alleen een uitkering ontvangt, kan zijn verhuiskosten niet aftrekken. De belastingrechter zal ook niet gauw aannemen dat de Belastingdienst vertrouwen opwekt dat de uitkeringsgerechtigde wel zijn verhuiskosten kan aftrekken.
Zo wilde een man in zijn aangifte inkomstenbelasting een bedrag aan verhuiskosten afgetrokken, ook al ontving hij alleen uitkeringen van het ABP en het UWV. Hij had namelijk op de website van de Belastingdienst gelezen dat verhuiskosten aftrekbaar zijn. Deze mededeling was alleen bestemd voor ondernemers, maar dat stond niet op de website. Toen de inspecteur de aftrek van de verhuiskosten weigerde, ging de man in beroep. Hij stelde dat de fiscus bij hem het vertrouwen had opgewekt dat zijn verhuiskosten aftrekbaar waren. Volgens de man zou een medewerkster van de Belastingdienst hem hebben getoond dat hij zijn verhuiskosten kon aftrekken als negatief resultaat uit overige werkzaamheden. Deze medewerkster zou hebben geweten dat de man alleen een uitkering genoot. De man wist echter niet zeker hoe die medewerkster heette. De naam die hij noemde als mogelijkheid, zei de inspecteur niets. Bovendien stelde de inspecteur dat zo’n mededeling zo afweek van de regels dat het nagenoeg uitgesloten was dat een medewerker van de Belastingdienst zo’n mededeling zou doen. Hof Arnhem-Leeuwarden geloofde de inspecteur en verklaarde het beroep van de man ongegrond,. Deze ging nog in cassatie, maar de Hoge Raad wees zijn cassatieberoep zonder nadere motivering af.
Wet: artikelen 3.17, eerste lid onderdeel a sub 1º en 3.95, eerste lid Wet IB 2001
Meer informatie: Hoge Raad 6 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2556
Geef een reactie