De fiscus had in een feitelijke zaak bij de bepaling van de rendementsgrondslag in box 3 rekening moeten houden met een schuld van erflaatster aan haar enig erfgenaam. De erfgenaam wist, al gebeurde dat pas tijdens de zitting, aannemelijk te maken dat sprake was van een geldleningsovereenkomst.
De zoon van erflaatster was uit hoofde van een optieregeling in zijn arbeidsovereenkomst met een bedrijf in de Verenigde Staten (waar hij ook woonde) gerechtigd tot ruim € 2 miljoen. Dit bedrag was bijgeschreven op een bankrekening ten name van erflaatster. Belanghebbende (als schuldeiser) en erflaatster (als schuldenaar) hadden in verband daarmee en met het oog daarop een ‘loan agreement’ gesloten. De overeenkomst was civielrechtelijk als een geldleningsovereenkomst aan te merken, nu hieruit een terugbetalingsverplichting voortvloeide van de hoofdsom en de geaccumuleerde rente. Daarnaast volgde uit de overeenkomst dat beoogd was het bedrag ter leen aan erflaatster te verstrekken. In de aangiften IB/PVV waren in box 3 echter geen schulden aan de zoon vermeld. Belanghebbende verzocht de inspecteur om bij de berekening van het belastbaar inkomen uit box 3 alsnog rekening te houden met deze schuld en de laatste aanslagen IB/PVV ambtshalve te verminderen. De rechtbank vond dat de inspecteur hieraan gehoor had moeten geven. Tijdens de zitting verklaarde de zoon dat voor deze leenconstructie was gekozen, omdat hij de afwikkeling van de optieregeling buiten het zicht van zijn toenmalige echtgenote wilde houden. Dit vanwege haar psychische gesteldheid en de echtscheidingsprocedure waarin hij was verwikkeld. Dat de zoon dit vanwege het privékarakter niet in de bezwaarfase naar buiten had willen treden, achtte de rechtbank ook geloofwaardig. De inspecteur moest van de rechter het (gemiddelde) rendementsgrondslag verlagen met de hoogte van de schuld aan de zoon op de betreffende peildata. Het belastbaar inkomen uit box 3 werd als gevolg hiervan verminderd tot nihil.
Wet: Artikelen 5.3 en 9.6 Wet IB 2001
Meer informatie: Rechtbank Gelderland, 3 mei 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:2460
Geef een reactie