Kan een ‘bestuurder’ van een v.o.f. door de ontvanger aansprakelijk gesteld worden voor de belastingschulden van de v.o.f.? Dan kan die bestuurder de rechtmatigheid van die belastingaanslag pas ter discussie stellen nadat hij door de ontvanger aansprakelijk is gesteld.
Aan een vennootschap onder firma (v.o.f.) was een aanslag omzetbelasting opgelegd. X, firmant van de v.o.f., had op eigen naam bezwaar ingediend op 1 juni 2012. Daarvoor op 21 mei 2012 had een andere firmant namens de v.o.f. echter al pro-forma bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag. Daarop oordeelde de inspecteur dat het bezwaar van X niet-ontvankelijk was, omdat firmanten namens de v.o.f. maar één maal bezwaar kunnen maken.
De Hoge Raad heeft de uitspraak van Hof Den Bosch bevestigd dat X niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn op persoonlijke titel gemaakt bezwaar. Hoewel X als ‘bestuurder’ aansprakelijk kon zijn voor belastingschulden van de v.o.f., voorziet de wet niet in de mogelijkheid voor derden om bezwaar te maken tegen de aanslag ten name van de v.o.f. Volgens de Hoge Raad kan X alleen de rechtmatigheid van de aanslag via bezwaar en beroep ter discussie stellen bij aansprakelijkstelling voor de belastingschulden van de v.o.f. door de ontvanger. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep van X ongegrond verklaard.
Wet: Artikel 7:1 Awb, artikel 26a AWR, artikel 49 IW 1990
Meer informatie: Hoge Raad 15 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2348
Geef een reactie