Middels het wetsvoorstel Wet afschaffing van de btw-landbouwregeling wordt deze regeling per 1 januari 2018 afgeschaft, waarbij het vrijvallende budget € 15 miljoen ten goede komt aan de ruilvoetproblematiek van het Ministerie van Economische Zaken.
Overgangsrecht
De landbouwer die tot 1 januari 2018 onder de landbouwregeling valt en btw in rekening gebracht krijgt in verband met de aanschaf van goederen en diensten, kan deze btw niet in aftrek brengen. Deze landbouwer valt vanaf 1 januari 2018 onder de toepassing van de algemene btw-regels en zal alsnog in aanmerking willen komen voor de niet genoten aftrek met betrekking tot (A). investeringsgoederen die vóór 1 januari 2018 reeds in gebruik zijn genomen en (B) goederen en diensten (inclusief investeringsgoederen) die op 1 januari 2018 nog niet in gebruik zijn genomen.
A. Volgens de bestaande herzieningsregels is het voor investeringsgoederen die vóór 1 januari 2018 in gebruik zijn genomen niet mogelijk om de aftrek in één keer te herzien, maar wordt de herziening over een aantal jaren gespreid. In dit voorstel wordt echter bepaald dat – onder voorwaarden – deze herziening in één keer moet plaatsvinden voor de resterende herzieningsperiode in het eerste belastingtijdvak van 2018.
B. Voor alle goederen en diensten die door de hiervoor genoemde landbouwer vóór 1 januari 2018 zijn aangeschaft, maar op 1 januari 2018 nog niet in gebruik zijn genomen, wordt in dit voorstel van wet bepaald dat de aftrek van de ter zake van de aanschaf van deze goederen en diensten in rekening gebrachte btw in het eerste belastingtijdvak van 2018 plaatsvindt overeenkomstig de als gevolg van de afschaffing van de landbouwregeling gewijzigde bestemming van deze goederen en diensten.
Geef een reactie