Staatssecretaris Wiebes heeft een reactie gestuurd op Kamervragen over het fonds gemene rekening.
UBO-register
Er zijn vragen gesteld of een fonds voor gemene rekening mogelijk wordt ingezet in verband met de registratie van informatie over uiteindelijk belanghebbenden (UBO’s). Of dit inderdaad het geval zal zijn, valt in dit stadium niet te zeggen. Op dit moment wordt onderzocht of de verplichting tot het registreren van UBO-informatie ook moet gaan gelden voor fondsen voor gemene rekening. Als uit dit onderzoek blijkt dat de verplichting tot het registreren van UBO-informatie moet gaan gelden voor fondsen voor gemene rekening, zal hier in de betreffende regelgeving invulling aan worden gegeven.
Het streven is dat in de zomer van 2018 het Nederlandse UBO-register operationeel is. Een concept wetsvoorstel voor de Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden is recent geconsulteerd. Op dit moment worden alle consultatiereacties zorgvuldig bestudeerd en verwerkt. De verwachting is dat het UBO-wetsvoorstel begin 2018 aan de Tweede Kamer kan worden toegezonden.
Belastingconstructies
Op vragen over mogelijke belastingbesparende constructies antwoordt de staatssecretaris:
Door het verschil in de bepaling van de grondslag, de mogelijkheid tot uitstel van belastingheffing in box 2 en het verschil in tarief ontstaan prikkels om het vermogen zo fiscaal gunstig mogelijk te positioneren. Deze prikkels zijn inherent aan het boxensysteem van de inkomstenbelasting.
Het is goed denkbaar dat de participanten in een fonds voor gemene rekening een belastingvoordeel voor ogen hebben. Dat voordeel wordt echter alleen behaald door participanten die daadwerkelijk een laag rendement hebben gerealiseerd. Als een hoog rendement is behaald, werkt het averechts.
Privacyoverwegingen
Zijn er particulieren of bedrijven zijn die een fonds aanvragen en bekend zijn bij de Belastingdienst vanwege verhullende (buitenlandse) constructies in het verleden?
Particulieren die een fiscaal nummer voor een open fonds voor gemene rekening aanvragen en gaan participeren in dat nieuw opgerichte fonds, zijn op reguliere wijze bekend bij de Belastingdienst. Vermogende particulieren die een fonds voor gemene rekening gebruiken doen dit niet om het vermogen buiten het zicht van de Belastingdienst te brengen, maar veelal uit privacyoverwegingen. De Belastingdienst blijft wel bij een dergelijke anonimiseringsstructuur zicht houden op de participanten in deze fondsen voor gemene rekening en hun vermogen.
Aantal aanvragen stijgt
In de jaren tot 2015 werden er jaarlijks enkele tientallen open fondsen voor gemene rekening bij de Belastingdienst aangemeld ter registratie. In 2015 waren dit er circa 200 en in 2016 circa 300. In 2017 zijn er tot medio augustus ongeveer 550 aanmeldingen ontvangen. De Belastingdienst beoordeelt of deze aanmeldingen voldoen aan de voorwaarden om te kwalificeren als een open fonds voor gemene rekening. Doordat tot op heden ruim 25% van de aangemelde fondsen niet voldoet aan de voorwaarden, is het aantal nieuwe open fondsen voor gemene rekeningen lager dan het aantal aanmeldingen.
Er zijn dus meer aanmeldingen, al blijft het in absolute aantallen relatief beperkt ten opzichte van het totaal aantal belastingplichtigen in box 3. De Belastingdienst zal deze ontwikkeling goed blijven volgen, en de Kamer zal daarover geïnformeerd worden. Op dit moment vindt de staatssecretaris het, ook gegeven de demissionaire status van het kabinet, niet opportuun om wettelijke maatregelen te treffen.
14 december verzorgt drs. Jeroen Knol een PE-Pitstop over het fonds voor gemene rekening.
Meer informatie: Documenten ministerie van Financiën, 18-09-2017
Geef een reactie