Wijkt de verschuldigde belasting niet aanzienlijk af van de volgens de ingediende aangifte verschuldigde belasting? Dan is de vereiste aangifte gedaan en is omkering van de bewijslast niet aan de orde.
Een man en de vrouw exploiteerden in de vorm van een vennootschap onder firma een Vietnamees specialiteitenrestaurant. De Belastingdienst stelde een boekenonderzoek in naar de aanvaardbaarheid van de aangiften inkomstenbelasting en aangiften omzetbelasting. De inspecteur was na controle van mening dat de vennoten de omzet meerdere malen per maand afroomden en dat belangrijke onderdelen van de administratie niet te controleren waren of zelfs niet meer aanwezig. Zijn conclusie was dan ook dat de vereiste aangifte niet was gedaan. De ondernemer kreeg na ontvangst van het het controlerapport een definitieve aanslag op basis van zijn aangifte zonder correcties. In geschil was of sprake was van een nieuw feit dat navordering rechtvaardigde en of de vereiste aangifte was gedaan.
Navorderingsaanslag terecht opgelegd
Hof Amsterdam oordeelde dat de navorderingsaanslag terecht was opgelegd. Het controlerapport was voor dagtekening van de aanslag kenbaar gemaakt en daarin stond vermeld dat ten onrechte de aangifte was gevolgd. De inspecteur had voor de bekendmaking van de primitieve aanslag aan de man daarmee voldoende kenbaar gemaakt dat de aanslag onjuistheden bevatte.
Geen omkering bewijslast
Het hof achtte aannemelijk dat een deel van de omzet was afgeroomd, maar oordeelde dat de inspecteur niet kon aantonen dat meer omzet was afgeroomd. Vervolgens heeft het hof beoordeeld welke gevolgen correctie van de omzet voor de ingediende aangifte van de man zou hebben. Het hof komt na een cijfermatige uitwerking tot een gecorrigeerde aangifte die leidde tot een extra te betalen bedrag aan inkomstenbelasting van € 736. Het hof achtte dit bedrag op zichzelf beschouwd niet aanzienlijk. De vereiste aangifte was dus gedaan en er was geen omkering van de bewijslast. Het hof verminderde de navorderingsaanslag.
Wet: Artikelen 16 en 52 Algemene wet inzake rijksbelastingen
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 18 juli 2017 (gepubliceerd op 4 augustus 2017), ECLI:NL:GHARL:2017:6121
Geef een reactie