Doet iemand vrijwillig aangifte en is er geen informatiebeschikking afgegeven? Dan gelden voor de inspecteur voor het opleggen van een ambtshalve aanslag de normale bewijsregels.
Een man hield zich bezig met onder andere hennepteelt. De Belastingdienst had aan de man over het jaar 2008 een ambtshalve aanslag opgelegd omdat hij geen aangifte inkomstenbelasting had ingediend. Over 2009 had de man wel aangifte gedaan, zonder dat de Belastingdienst hem had gevraagd over dat jaar aangifte te doen. In geschil is of de navorderingsaanslagen over de desbetreffende jaren tot de juiste bedragen zijn vastgesteld.
Geen redelijke schatting van de inspecteur
Voor het jaar 2008 staat vast dat de vereiste aangifte niet was gedaan. Dit leidt tot omkering van de bewijslast. Dit betekent echter nog steeds dat de inspecteur gehouden is bij het opleggen van de navorderingsaanslag uit te gaan van een redelijke schatting van het inkomen van de man. Volgens het hof was geen sprake van een redelijke schatting van de inspecteur. Deze had in zijn aannames gerekend met een werkweek van 40 tot 60 uur die besteed zouden zijn aan hennepwerkzaamheden, terwijl de man daarnaast nog fulltime werkte als chauffeur. Het hof vond aannemelijk dat met het opbouwen van hennephokken, gedurende een half jaar 20 uur per week werd gewerkt en oordeelde dat de ambtshalve aanslag 2008 te hoog was opgelegd.
Voor 2009 gold geen omkering van de bewijslast omdat de man geen uitnodiging voor het doen van de aangifte had ontvangen. Om een navorderingsaanslag op te leggen golden de normale bewijsregels. Op grond hiervan kon de inspecteur de hoogte van de navorderingsaanslag slechts deels aannemelijk maken. Het hof bepaalde dat ook voor het jaar 2009 de navorderingsaanslag moest worden verminderd.
Wet: artikelen 27e en 27h Algemene Wet inzake Rijksbelastingen
Meer informatie: Gerechtshof Den Bosch 23 juni 2017 (gepubliceerd op 16 augustus 2017), ECLI:NL:GHSHE:2017:2852
Geef een reactie