Bestaat tussen de renteswap en de geldlening eigen woning een zodanige samenhang dat zij in economisch opzicht als één geheel kunnen worden beschouwd? Dan is er geen reden om de per saldo verschuldigde rente fiscaal anders te behandelen dan de vaste rente op een eigenwoninglening, aldus Advocaat-Generaal (A-G) Wattel.
Een man had zijn lopende leningen voor zijn woning overgesloten. Op de nieuwe kredietovereenkomst betaalde de man een variabele rente en een zogenoemde forward starting interest rate swap. In feite kwam dit er op neer dat de man per saldo een vaste rente betaalde voor zijn hypothecaire leningen. Hof Den Haag oordeelde dat de kredietovereenkomst en de swap-overeenkomsten in onderling verband en samenhang moesten worden bezien. Dit was zowel de bedoeling van partijen bij de overeenkomsten als de wijze waarop zij daaraan feitelijk uitvoering hadden gegeven. Het hof oordeelde daarop dat de in feite vaste rente kwalificeerde als aftrekbare rente van een eigenwoninglening. Hoe de berekening van die vaste rente tot stand was gekomen, was verder irrelevant volgens het hof. Het hof honoreerde het hoger beroep van de man
Motivering A-G
De staatssecretaris van Financiën is in cassatie gegaan tegen de hofuitspraak. Inmiddels heeft de A-G heeft zijn conclusie genomen. Bestaat tussen de renteswap en de geldlening een zodanige samenhang dat zij economisch als één geheel kunnen worden beschouwd? En was het de bedoeling van de contractanten om met een swap een vaste rente op de eigenwoninglening te bewerkstelligen? Dan is er geen aanleiding om de per saldo vaste rente fiscaal anders te behandelen dan de vaste rente op een gewone eigenwoninglening. De A-G adviseert de Hoge Raad dan ook het cassatieberoep van de staatssecretaris ongegrond te verklaren.
Wet: Artikel 3.120 Wet inkomstenbelasting 2001
Meer informatie: Parket bij de Hoge Raad 7 maart 2017 (gepubliceerd op 31 maart 2017), ECLI:NL:PHR:2017:201
Geef een reactie