Laat iemand vanwege onduidelijke voorlichting door de Belastingdienst een verzoek om toepassing van een verlaagd tarief achterwege? Dan kan hij een beroep doen op opgewekt vertrouwen als hij de onjuistheid van die voorlichting niet hoefde te beseffen.
Een man had in juni 2014 een kampeerauto gekocht. Na daarom te hebben verzocht, had de Belastingdienst het verlaagde tarief voor kampeerauto's uit de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 (MRB 1994) vanaf november 2014 van toepassing verklaard. In hoger beroep bij Hof Den Bosch was de ingangsdatum voor toepassing van het verlaagde tarief in geschil. De man was van mening dat voor hem het kampeertarief van toepassing was vanaf juni 2014 in plaats van vanaf november 2014. Op de site van de Belastingdienst stond namelijk dat als het verlaagde tarief bij de vorige eigenaar van toepassing was, dit tarief automatisch voor de nieuwe eigenaar van toepassing was. De Belastingdienst had de mededeling later aangepast. Alleen als de vorige eigenaar het verlaagde tarief had betaald, was dit voor de nieuwe eigenaar automatisch van toepassing.
Komen de gevolgen van de onjuiste mededeling voor de Belastingdienst?
Het hof oordeelt dat de man op basis van de mededeling op de website in redelijkheid kon menen dat hij geen verzoek hoefde in te dienen voor het verlaagde tarief. Ook hoefde de man de onduidelijkheid van de voorlichting over het verlaagde tarief niet te beseffen. Het is aan de onjuiste voorlichting door de Belastingdienst te wijten dat de man vanaf juni 2014 niet in aanmerking is gekomen voor toepassing van het kampeerautotarief in de MRB 1994, dus oordeelt het hof dat het verlaagde tarief vanaf juni 2014 voor de man van toepassing was.
Wet: artikel 23a Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 en artikel 5aa Uitvoeringsbesluit Motorrijtuigenbelasting 1994
Meer informatie: Hof Den Bosch 3 maart 2017 (gepubliceerd op 13 april 2017), ECLI:NL:GHSHE:2017:875
Geef een reactie