Schulden voor zover die toebehoorden aan de erflater en die deel uitmaken van een algemeenheid waarop krachtens erfrecht een vruchtgebruik rust, kunnen ook voor de jaren 2012 tot en met 2016 volledig bij de vruchtgebruiker in aanmerking worden genomen. De bloot eigenaar(s) word(t)en dan niet belast voor de bloot eigendom, heeft de staatssecretaris van Financiën besloten.
Met ingang van 2017 worden de goederen en de schulden voor zover die toebehoorden aan de erflater en die deel uitmaken van deze algemeenheid voor box 3 gelijk behandeld (artikel 5.4 lid 4 en 5 Wet IB 2001). Dit betekent dat ook de volledige waarde van de schulden bij de vruchtgebruiker in aanmerking wordt genomen in box 3. Voor de jaren voorafgaand aan 2017 blijft het verschil in behandeling bestaan. Dat leidt volgens de staatssecretaris tot een onwenselijke uitkomst. Daarom keurt hij goed dat belastingplichtigen ook in de jaren 2012 tot en met 2016 gebruik kunnen maken van de regeling van artikel 5.4 lid 4 en 5 Wet IB 2001 zoals deze geldt vanaf 1 januari 2017.
De goedkeuring is opgenomen in een wijziging van het besluit van 31 oktober 2016, nr. 2016-113962. De wijziging treedt vandaag (10 januari 2017) in werking en geldt met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2012.
Meer informatie: Besluit van 20 december 2016, nr. 2016-188319 (Staatscourant nr. 765, 9 januari 2017)
Geef een reactie