Het EU-Handvest is van toepassing wanneer de fiscus op basis van de nationale wetgeving een geldboete kan opleggen aan een belastingplichtige die weigert inlichtingen te verstrekken in het kader van een op een richtlijn gebaseerde uitwisseling van inlichtingen tussen belastingdiensten. Tot deze conclusie kwam A-G Wathelet van het Europese Hof in de volgende zaak.
In 2014 vroeg de Franse belastingdienst de Luxemburgse belastingdienst krachtens de EU-richtlijn 2011/16 om inlichtingen in het kader van een onderzoek naar het Franse Cofima SAS. Dit verzoek betrof verschillende inlichtingen over de moedermaatschappij van Cofima, de Luxemburgse Berlioz Investment SA. Berlioz had dividenden ontvangen die met vrijstelling van de bronheffing aan haar waren uitgekeerd door haar dochteronderneming Cofima. De Franse fiscus vroeg zich af of de hiervoor geldende Franse wettelijke voorwaarden in acht waren genomen. Omdat Berloiz weigerde om alle informatie te verstrekken kreeg zij een administratieve boete van € 250.000 opgelegd. Berloiz spande een rechtszaak aan. De zaak werd geschorst omdat de Franse belastingdienst eerst van het Europese Hof wilde weten of de EU-Handvest van toepassing is.
EU-handvest van toepassing
Volgens Advocaat-generaal Wathelet kan een belastingplichtige zich wel degelijk beroepen op artikel 47 van het Handvest wanneer hij meent dat de geldboete gebaseerd is op een inlichtingenverzoek waarvan hij de geldigheid in twijfel trekt. Het verzoek moet dan wel zijn gedaan in het kader van een procedure waarmee uitvoering wordt gegeven aan het Unierecht. Verder merkte de A-G op dat de rechter, gelet op het door de EU-richtlijn 2011/16 nagestreefde legitieme doel van bestrijding van belastingfraude en -ontwijking, het bevel tot het verstrekken van inlichtingen moet kunnen onderzoeken. De rechter moet echter enkel in staat zijn om na te gaan, op basis van een summier onderzoek, of het bevel berust op een inlichtingenverzoek dat een verband laat zien tussen:
- enerzijds, de gevraagde inlichtingen, de betrokken belastingplichtige, alsmede de derde bij wie in voorkomend geval inlichtingen worden ingewonnen; en
- anderzijds, het nagestreefde fiscale doel.
Wet: artikelen 1, lid 1, en 5 van richtlijn 2011/16/EU en artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie
Meer informatie: Hof van Justitie van de Europese Unie, 10 januari 2017, C‑682/15
Geef een reactie