Laat een gemeente een gebouw bouwen en draagt zij dit gebouw over tegen een beneden de bouwkosten liggende prijs? Dan heeft die gemeente toch recht op teruggave van alle in rekening gebrachte omzetbelasting.
Een gemeente had opdracht gegeven voor de bouw van twee panden. Daarbij had de gemeente de haar in rekening gebrachte omzetbelasting in aftrek gebracht. Vervolgens verkocht de gemeente de gebouwen voor circa 10% van de kostprijs aan een daartoe opgerichte stichting. De stichting gaf gedeelten van gebouwen om niet in gebruik aan onderwijsinstellingen. Andere gedeelten verhuurde de stichting vrij van omzetbelasting aan diverse huurders. In geschil was of de gemeente recht had op teruggave van alle in rekening gebrachte BTW. Advocaat-Generaal C.M. Ettema oordeelde dat dit niet het geval was. Zie ‘Gemeente kan BTW bij oplevering gebouwen niet terugvragen’ .
Oordeel EU-hof
Op 22 juni 2016 oordeelde het Hof van Justitie op 22 juni 2016, ECLI:EU:C:2016:466 als volgt. De Europese BTW-richtlijn moet zo worden uitgelegd dat een ondernemer, in dit geval de gemeente, die een gebouw heeft laten bouwen en beneden de bouwkosten liggende prijs heeft verkocht, recht heeft op volledige aftrek van de voor de bouw van dat gebouw betaalde btw. Dit recht is niet beperkt tot die belasting naar evenredigheid van de gedeelten van dat gebouw die de verkrijger voor economische activiteiten gebruikt. Het feit dat de verkrijger een gedeelte van het betrokken gebouw om niet aan een derde in gebruik geeft, is in dit verband zonder betekenis. Het gaat erom dat de ondernemer het geleverde goed gebruikt voor BTW-belaste activiteiten. Voor de BTW moet men elke handeling afzonderlijk en los van de BTW, die op eerdere of latere handelingen is verschuldigd beoordelen.
Volledige aftrek
De Hoge Raad neemt de beslissing van het HvJ over en oordeelt dat op grond van het voormelde arrest van het HvJ de gemeente recht heeft op volledige aftrek van de voor de bouw van de panden aan haar in rekening gebrachte omzetbelasting. Het is een volledig recht op aftrek en niet slechts een gedeeltelijke aftrek naar evenredigheid van de gedeelten van de panden die de koper voor verhuur tegen een vergoeding gebruikt. De Hoge Raad doet de zaak zelf af en vernietigt de aanslag omzetbelasting.
BTW-richtlijn: Artikel 9, eerste lid, Richtlijn 2006/112/EG
Wet: artikelen 7 en 15 Wet op de omzetbelasting 1968
Meer informatie: Hoge Raad 23 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1132
Geef een reactie