Als niet meer wordt voldaan aan het vereiste voor de fiscale eenheid omzetbelasting dat de lichamen in Nederland gevestigd moeten zijn, moet de inspecteur de lichamen die voorheen tot de fiscale eenheid behoorden ieder apart uitnodigen tot het doen van aangiften. Een fiscale eenheid die niet (meer) bestaat is immers geen btw verschuldigd. Dit leidde in de volgende zaak tot vrijspraak van degene die namens een fiscale eenheid onjuiste aangiften had gedaan.
Een directeur-grootaandeelhouder (dga) vormde vanaf het jaar 2004 samen met enkele B.V.’s een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. De B.V.’s hadden in de loop van 2005, maar in ieder geval vóór 2007, hun feitelijke vestigingsplaats verplaatst naar België. In het najaar van 2005 was de dga verhuisd naar een woning in België en gaf sindsdien vanuit België feitelijk leiding aan de B.V.’s. In 2015 werd de dga in een fiscale fraudezaak ten laste gelegd in 2007 en 2008 onjuiste aangiften omzetbelasting te hebben gedaan ten name van de fiscale eenheid. Hof Den Bosch besliste dat nu de vestigingsplaats van de tot de fiscale eenheid behorende B.V.’s vóór 2007 naar België was verplaatst niet meer werd voldaan aan het vereiste dat de lichamen in Nederland gevestigd moeten zijn. De achtergebleven – slechts op afspraak geopende – showroom in Nederland had een zeer beperkte, ondergeschikte rol ten behoeve van de ondernemingsactiviteiten in België. Hierdoor was de showroom niet als een vaste inrichting aan te merken. De fiscale eenheid was dus al vóór 2007 van rechtswege ontbonden. Een niet (meer) bestaande belastingplichtige is geen omzetbelasting verschuldigd. De inspecteur had in verband met de ontbinding van de fiscale eenheid de B.V’s die voorheen behoorden tot de fiscale eenheid, ieder apart moeten uitnodigen tot het doen van aangiften. Zij waren door die ontbinding (weer) zelfstandig belastingplichtig voor de omzetbelasting geworden voor de leveringen vanuit België aan Nederlandse afnemers. Het feit dat van de verplaatsing van de feitelijke vestigings- en woonplaats geen melding was gemaakt bij de inspecteur is irrelevant.
Wet: artikel 7, vierde lid Wet op de omzetbelasting 1968 en artikel 69 Algemene wet inzake rijksbelastingen
Meer informatie: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 20 juni 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:2771
Geef een reactie