Een CIZ-indicatie voor intramurale zorg (binnen de muren van een zorginstelling) staat in de weg aan het toekennen van een mantelzorgcompliment, omdat deze alleen wordt afgegeven bij een extramurale indicatie (zorg buiten de muren van een zorginstelling). Toepassing van de partnervrijstelling voor de erfbelasting door een mantelzorger was dan ook niet mogelijk.
Erflater had in zijn testament zijn tien kinderen, waaronder belanghebbende, aangewezen als erfgenaam, ieder voor een tiende deel. De woning van erflater was gelegateerd aan belanghebbende tegen inbreng van 60% van de waarde in het economische verkeer hiervan in de nalatenschap. Belanghebbende had samen met zijn ouders, en na het overlijden van moeder in 2004, samen met erflater tot 2014 een gezamenlijke huishouding gevoerd. Belanghebbende had aan erflater intensieve zorg verleend, maar stond niet ingeschreven als geregistreerd partner. In de aangifte erfbelasting deed belanghebbende een beroep op de partnervrijstelling van € 627.367 (€ 638.089 in 2017). Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden had de inspecteur terecht de toepassing van de partnervrijstelling geweigerd. Belanghebbende had namelijk geen mantelzorgcompliment ontvangen voor zorg die was verleend in het jaar 2013, het jaar voorafgaande aan het jaar 2014 waarin erflater was overleden. Erflater had ten tijde van zijn overlijden een CIZ-indicatie voor intramurale zorg. Dit stond volgens het hof in de weg aan het toekennen van een mantelzorgcompliment omdat deze alleen werd afgegeven bij een extramurale indicatie. In het CIZ-besluit uit 2012 was expliciet omschreven dat het nodig was dat erflater intramuraal verblijf kreeg. Dat zorg uiteindelijk via een persoonsgebonden budget thuis was verleend, leidde niet tot een ander oordeel.
Let op!
Sinds 1 januari 2015 kunnen mantelzorgers geen aanspraak meer maken op de partnervrijstelling voor de erfbelasting. De waardering van mantelzorgers is sinds 1 januari 2015 een expliciete taak van gemeenten geworden.
Wet: artikelen 1a en 32, lid 1, ten vierde, letter a, van de Successiewet 1956
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30 mei 2017 (gepubliceerd op 9 juni 2017), ECLI:NL:GHARL:2017:4582
Geef een reactie