De fiscus staat niet snel toe dat een dga zijn rekening-courantschuld (rc-schulden) aan zijn B.V. zomaar wegstreept. Dit blijkt uit de reactie van de staatssecretaris van Financiën op een WOB-verzoek. Hoewel geen beleid is geformuleerd voor deze gevallen, toont een nu openbaar gemaakt intern memorandum wel handvatten voor medewerkers van de Belastingdienst. De staatssecretaris heeft echter niet alle vragen in het WOB-verzoek beantwoord.
In het WOB-verzoek is gevraagd naar het beleid van de Belastingdienst ten aanzien van het wegstrepen van rekening-courant schulden van de dga aan zijn eigen B.V. Vanuit de adviespraktijk is door sommigen gesteld dat aanmerkelijk belangheffing over vrijgevallen schulden is te voorkomen door te stellen dat de schuld al eerder had moeten vrijvallen. Namelijk in een jaar waarover de inspecteur niet meer mag navorderen. Zie ook: ‘Ab-claim om zeep helpen met formeel foefje niet ethisch’. Sommige advieskantoren verkopen dit zelfs als een fiscaal product. De WOB-verzoeker heeft gevraagd of de fiscus voor deze problematiek een projectgroep heeft samengesteld en of een plan van aanpak bestaat. Ook zijn werkinstructies opgevraagd. Verder verzocht de WOB-verzoeker of en hoeveel navorderingsaanslagen en boetes zijn opgelegd aan dga’s en of hun adviseurs ook boeten moesten betalen. Daarnaast wil de verzoeker weten of dga’s die hun schuld hebben weggestreept strafrechtelijk worden vervolgd wegens het (jarenlang) doen van een onjuiste aangifte.
Intern memorandum
De staatssecretaris van Financiën antwoordde dat de fiscus geen beleid heeft geformuleerd over de geconstateerde mogelijkheid om belastingvrij schulden van de dga aan zijn B.V. af te boeken. Op basis van wet- en regelgeving en rechtspraak maakt de inspecteur per casus een afweging. Evenmin is een projectgroep samengesteld. Wel is een intern memorandum opgesteld dat op grond van het WOB-verzoek nu openbaar is gemaakt. Dit memorandum raadt medewerkers van de Belastingdienst aan om te wachten met het opstellen van aangifte van de dga over lopende jaren als zij in de aangifte vennootschapsbelasting (Vpb) van een B.V. zien dat een vordering op de dga in enig jaar verdwijnt. Als blijkt dat de dga zijn schuld heeft afgelost is natuurlijk niets aan de hand. Maar is de schuld weggestreept en bestrijdt de dga dat heffing mogelijk is, dan kan de inspecteur volgens het memorandum een van de onderstaande standpunten innemen:
- De dga was te goede trouw en wist niet dat hij was bevoordeeld. In dat geval zal echter nog geen sprake zijn van een uitkering;
- De dga was zich wel bewust van de bevoordeling en een uitkering heeft plaatsgevonden. In dat geval is de dga te kwade trouw.
Het memorandum stelt dat in beide gevallen heffing mogelijk is. En zelfs al maakt de dga aannemelijk dat buiten de navorderingstermijn een schijnlening is verstrekt – wat hij zeer uitgebreid moet motiveren – dan kan de inspecteur over latere jaren misschien nog navorderen. Ook kan hij overwegen om een boete op te leggen en zelfs om een strafrechtelijk traject te beginnen.
Boetes en procedures
De staatssecretaris stelt in zijn reactie op het WOB-verzoek dat de fiscus niet per centraal onderwerp bijhoudt of procedures worden gevoerd, of boetes zijn opgelegd en of sprake is van strafrechtelijk optreden. Deze informatie is vastgelegd in afzonderlijke fiscale dossiers. De staatssecretaris stelt dat hij deze informatie niet zo gemakkelijk kan vergaren en daartoe niet wettelijk is verplicht.
Wet: artikel 4.12, onderdeel a Wet IB 2001
Meer informatie: ministerie van Financiën 22 februari 2017, kenmerk 2017-0000023352
Geef een reactie