Het ondertekenen van een vaststellingsovereenkomst zonder deze eerst goed door te lezen komt voor rekening en risico van de belastingplichtige. Ook als een adviseur geen toelichting over de overeenkomst heeft verstrekt is een rechtsgeldige vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen.
Tot de nalatenschap van een in 2007 overleden dame behoorde onder meer een tegoed op een Zwitserse bankrekening. Van deze verkrijging was geen aangifte successierecht gedaan en deze was evenmin in de aangifte IB/PVV verwerkt. Na het overlijden van erflaatster hadden de erven ieder een ‘Verklaring vrijwillige verbetering buitenlands vermogen’ naar de Belastingdienst gestuurd. In 2013 sloten zij een vaststellingsovereenkomst met de inspecteur. Daarin stond dat de inspecteur het totaalbedrag aan verschuldigde inkomstenbelasting, heffingsrente en successierecht voor 2001 tot en met 2007 zou heffen middels het opleggen van één navorderingsaanslag. Deze wijze van heffing had geen invloed op de hoogte van het totaal verschuldigde bedrag. Hof Amsterdam verwierp de stelling van de erven dat de overeenkomst niet geldig was. Het betreffende document was immers ‘vaststellingsovereenkomst’ genoemd en nu de erven deze hadden ondertekend was er sprake van wilsovereenstemming. Door de definitieve vaststelling van de verschuldigde belasting was een einde gemaakt aan een onzekerheid daaromtrent en was een daarop betrekking hebbende geschil voorkomen. Bij de totstandkoming van de overeenkomst was ook geen sprake geweest van oneigenlijk druk van de inspecteur. Dat de erven de overeenkomst direct na ontvangst en zonder deze eerst door te nemen hadden ondertekend, kwam voor hun rekening en risico. Tot slot waren de erven door ondertekening van de overeenkomst ook akkoord gegaan met de bepaling dat zij tegen de navorderingsaanslag zelf geen bezwaar en beroep konden aantekenen.
Wet: artikel 7:900 BW
Meer informatie: Gerechtshof Amsterdam, 5 januari 2017 (gepubliceerd op 15 februari 2017), ECLI:NL:GHAMS:2017:30
Geef een reactie