In Nederland verrichte leveringen van vee met toepassing van de veehandelregeling (een forfaitaire goedkeuringsregeling voor de omzetbelasting) kunnen niet als vrijgestelde leveringen worden beschouwd. Zo besliste de Hoge Raad.
Het ging om een fiscale eenheid voor de omzetbelasting tussen twee veehandelaren. Beide vennootschappen waren statutair gevestigd in Nederland. Een van de B.V.’s had daarnaast ook een vestiging in Duitsland die als een vaste inrichting van die B.V. werd aangemerkt. In december 2009 en januari 2010 leverde de ene B.V. vee aan de andere B.V. Het vee was vanuit Duitsland naar Nederland overgebracht. De fiscale eenheid paste de veehandelregeling toe als bedoeld in het besluit van 15 juni 2006. Belanghebbende stelde dat een intracommunautaire verwerving (ICV) altijd het regime moet volgen dat geldt voor de levering (vrijgesteld of belast) van de lidstaat van bestemming. Omdat ter zake van de levering van vee onder de veehandelregeling geen omzetbelasting was verschuldigd, meende belanghebbende dat zij evenmin omzetbelasting was verschuldigd ter zake van de ICV. De Hoge Raad volgde het advies van A-G Ettema en verklaarde het cassatieberoep van de fiscale eenheid ongegrond.
Veehandelregeling
De veehandelregeling lijkt op het eerste gezicht hetzelfde effect te hebben als een vrijstelling. Maar wanneer de gehele bedrijfskolom in ogenschouw wordt genomen, wordt duidelijk dat deze regeling niet de werking heeft van een vrijstelling. Anders dan bij een vrijstelling, kan de afnemer van een veehandelaar, ter voorkoming van cumulatie van belasting, namelijk een forfaitair percentage van de koopsom aan voorbelasting in aftrek brengen. De Hoge Raad merkte verder nog op dat de BTW-richtlijn 2006 een lidstaat niet ertoe verplicht om een ICV in strijd met BTW-richtlijn 2006 buiten de btw-heffing te laten wanneer die lidstaat bij wijze van buitenwettelijke goedkeuring de binnenlandse levering van hetzelfde goed buiten de btw-heffing laat. De intracommunautaire verwervingen waren dus niet vrijgesteld van omzetbelasting.
Wet: artikel 17a en artikel 17e Wet OB 1968
Besluit: Besluit van 15 juni 2006, nr. CPP2005/3096M, Stcrt. 2006, 120 (nieuw besluit BLKB 2013/2253M)
Meer informatie: Hoge Raad, 24 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:285
Geef een reactie