Het rendementspercentage over een grondslag sparen en beleggen van € 75.000 daalt dit kalenderjaar van 4% naar 2,871%. De wijzigingen in de systematiek van box 3 met ingang van 1 januari 2017 zijn een eerste stap naar een heffing die beter aansluit op het werkelijke rendement. Dat meldt de staatssecretaris van Financiën in reactie op Kamervragen over box 3-heffing.
Naar verwachting daalt het forfaitaire rendement verder door een herijkingssystematiek. Het forfaitaire rendement wordt namelijk bepaald aan de hand van de gemiddeld in de voorgaande jaren gerealiseerde rendementen op sparen en beleggen. De definitieve rendementen voor 2017 werden eerder bekend gemaakt in een Kamerbrief. Dit jaar is het rendementspercentage 2,871% over een grondslag sparen en beleggen van € 75.000. Op basis van de gemiddelde vermogensmix van belastingplichtigen is het vermogen opgedeeld in een spaardeel en een beleggingsdeel:
- 67% rendemenspercentage van rendementsklasse I (sparen) van 1,63%
- 33% rendementspercentage van rendementsklasse II (beleggen) van 5,39%
Door het tarief in box 3 van 30% is de te betalen belasting 0,8613% van een grondslag sparen en beleggen.
Ongevraagde voorlopige aanslag
In de reactie op de Kamervragen verklaart Wiebes dat de voorlopige aanslag 2017 is bedoeld om het bedrag waarop de definitieve aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld gespreid te kunnen betalen. Dit systeem is slechts een tussenstap. Het belasten van het werkelijke rendement is het uiteindelijke doel.
Meer informatie: Ministerie van Financiën, 1 maart 2017
Geef een reactie