In de Tax Talks uitzending van 14 maart 2017 bespraken Philip Ruys en Dick Barmentlo de mogelijkheid om in vooroverleg te treden met de fiscus. Hoewel in de praktijk behoefte bestaat aan een vooroverleg is hun conclusie dat het weinig zin heeft.
Tijdens een vooroverleg kan een belanghebbende zijn casus inclusief zijn standpunt over een fiscale kwestie voorleggen aan de inspecteur en vragen of hij het met hem eens is. Barmentlo benadrukt dat belanghebbenden in beginsel recht hebben hierop. Het besluit van de staatssecretaris van Financiën van 15 februari 2016, nr. BLKB 2016/19 bevat beleidsregels over hoe de fiscus omgaat met een verzoek om vooroverleg. Volgens het besluit hoeft de inspecteur niet in te gaan op een verzoek om vooroverleg, als:
- belastingbesparing de enige of doorslaggevende reden is voor het verrichten van de desbetreffende (rechts)handeling;
- de (rechts)handeling(en) voor de belanghebbende naast het beoogde fiscale voordeel geen of weinig reële, praktische betekenis heeft/hebben; of
- het volgen van het standpunt van de belanghebbende leidt tot het miskennen van het doel en de strekking van de wet, een verdrag of een internationaal erkend beginsel.
Risico van vooroverleg
Barmentlo waarschuwt dat een vooroverleg lang niet altijd leidt tot een gewenst standpunt van de fiscus. Als de inspecteur nul op rekest geeft, heeft de belanghebbende zijn casus al opengelegd. Bovendien zal in zo'n geval het vooroverleg alleen tot meer discussie leiden. Het heeft evenmin zin om bij afwijzing van een standpunt de casus steeds iets aan te passen om zo alsnog een goedkeuring te krijgen. Dit is namelijk grensverkennend gedrag, waar de fiscus evenmin van is gediend. Ruys merkt op dat een vooroverleg hem al met al tamelijk zinloos overkomt. Barmentlo kan zich vinden in deze stelling, al constateert hij dat in de praktijk wel behoefte is aan vooroverleg.
Besluit: paragrafen 3 en 4 van het besluit van 15 februari 2016, nr. BLKB 2016/19
Meer informatie: Tax Talks, 14 maart 2017
Geef een reactie