Heeft iemand een ontslagvergoeding ontvangen? Dan is deze belast als er voldoende verband is met de dienstbetrekking.
De arbeidsovereenkomst tussen een man en zijn werkgever was door de rechtbank ontbonden. De kantonrechter had daarbij aan de man een ontslagvergoeding toegekend van € 352.500. De reden was een verstoorde arbeidsverhouding, die mede zijn oorzaak vond door verwijtbare gedragingen van de werkgever. De man had in dat jaar ook een B.V. opgericht. De ontslagvergoeding was door de ex-werkgever naar deze B.V. overgemaakt in het kader van een stamrechtovereenkomst. In deze overeenkomst was bepaald dat de man de beschikking hield over een deel van de vergoeding, totdat de rechter in belastingzaken zich had uitgelaten over de omvang van het vrijgestelde deel. Door deze bepaling in de overeenkomst werd de B.V. inhoudingsplichtig voor het niet vrijgestelde deel van de ontslagvergoeding.
Nauw verband met dienstbetrekking
Het Hof Den Bosch oordeelde dat voor de belastbaarheid van de vergoeding van belang is in hoeverre deze vergoeding verband houdt met de vroegere dienstbetrekking. Het hof kent grote waarde toe aan de vaststelling door de rechtbank van de vergoeding ‘ten titel van suppletie op de toe te kennen uitkering krachtens de sociale wetgeving dan wel elders te verwerven salaris’. Door deze vaststelling komt het hof tot de conclusie dat de ontbindingsvergoeding nauw verband houdt met in de toekomst te derven inkomsten en daarmee met de dienstbetrekking. Niet uitgesloten is, aldus het hof, dat een deel van de ontbindingsvergoeding kwalificeert als onbelaste vergoeding die strekt tot betering van eer en goede naam. Het hof oordeelt dat de door de man ontvangen vergoeding hoofdzakelijk verband houdt met de dienstbetrekking. Het hof komt daarom tot conclusie dat de rechtbank in goede justitie het onbelaste deel van de ontbindingsvergoeding op € 100.000 heeft vastgesteld en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Wet: Artikelen 10 en 11 Wet op de loonbelasting 1964 (tekst per 1 januari 2013)
Meer informatie: Hof Den Bosch 12 januari 2017 (gepubliceerd op 16 maart 2017), ECLI:NL:GHSHE:2017:75
Geef een reactie