Minister Hoekstra van Financiën stuurde de Tweede Kamer een brief met daarin antwoorden op vragen gesteld tijdens de behandeling van het voorstel voor de Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn.
Het betreft de vraag of een trustkantoor, bij wijze van uiterste terugvaloptie, zelf als uiteindelijk belanghebbende (ultimate beneficial owner, UBO) van een vennootschap kan worden aangemerkt en kan worden geregistreerd, alsmede de vraag in hoeverre het fonds voor gemene rekening (FGR) bij de registratie van UBO-informatie wordt betrokken.
Over trustkantoren en Ultimate beneficial owner (UBO)’s bij trustdienstverlening zegt de Staatssecretaris het volgende:
Het Kamerlid Leijten heeft gevraagd naar de verplichtingen voor trustkantoren om de UBO’s bij hun dienstverlening te achterhalen. Ook is haar vraag in hoeverre een trustkantoor gebruikt kan worden om de UBO’s van de vennootschappen van de trustkantoren uit het zicht te houden. De eerste vraag heeft betrekking op de al bestaande verplichting om in het kader van cliëntonderzoek de UBO’s in kaart te brengen die bij hun dienstverlening zijn betrokken. Het identificeren van de UBO’s en het controleren van de identiteit van de UBO’s voorafgaand aan dienstverlening moet voorkomen dat de dienstverlening van een trustkantoor wordt gebruikt voor witwassen of financieren van terrorisme. Rechtspersonen en ondernemingen moeten hun eigen UBO’s bijhouden en registreren in het op te zetten UBO-register. In twee situaties is het mogelijk dat de UBO’s van het trustkantoor als één van de UBO’s van een vennootschap of van een trust geregistreerd kunnen worden. Het is evenwel nooit mogelijk dat de UBO’s van het trustkantoor als enige UBO’s van de doelvennootschap of trust worden geregistreerd. De doelvennootschap is in dit kader de vennootschap waarvoor het trustkantoor als bestuurder optreedt. Zou het trustkantoor bij het doorlopend cliëntonderzoek geen andere UBO’s van de doelvennootschap meer kunnen identificeren dan zichzelf, dan bestaan er gronden voor verdenking van witwassen of terrorismefinanciering.
Doorstroomvennootschap
Als een trustkantoor optreedt als trustee voor een trust geldt dat zowel de oprichter(s) van de trust, als ook de trustee(s), de eventuele protector en de begunstigden allemaal als UBO’s kwalificeren. Ook de UBO’s van het trustkantoor kwalificeren dan als UBO’s. Ook dan komen niet alleen de UBO’s van het trustkantoor in het register, maar ook de UBO’s van de ingestelde trust.
Verleent een trustkantoor andere diensten, zoals het gebruikmaken van een doorstroomvennootschap voor een cliënt en het verkopen van rechtspersonen of het bemiddelen daarbij, dan krijgt het trustkantoor geen hogere functie en kan het trustkantoor geen UBO zijn. Dan ook kan een trustkantoor niet worden gebruikt om de UBO’s van een cliënt of doelvennootschap uit het zicht te houden.
Als de ingediende motie (wetsvoorstel) van het Kamerlid Leijten dient om er voor te zorgen dat een trustkantoor altijd de UBO’s bij de dienstverlening van het trustkantoor identificeert en de identiteit van de UBO’s controleert kan de staatssecretaris zich daarin vinden en streeft hij ernaar het desbetreffende wetsvoorstel zo snel mogelijk in te dienen.
Registratieplicht Fonds voor gemene rekening
De minister kan nog geen antwoord geven op de registratieplicht voor een fonds voor gemene rekening. Er loopt thans een onderzoek naar de vraag hoe een fonds voor gemene rekening zich verhoudt tot de uit de vierde anti-witwasrichtlijn voortvloeiende verplichtingen met betrekking tot de centrale registratie van UBO’s en de daarmee beoogde doelstellingen. De definitieve tekst van de wijzigingsrichtlijn zal naar verwachting aan het eind van voorjaar 2018 vastgesteld worden.
Mr. Jan Willem Schenk verzorgt maandag 16 april een PE-Pitstop Asset protection en privacy na invoering UBO-register. > Meer informatie en aanmelden
Meer informatie: Kamerbief Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn, 5 maart 2018
Geef een reactie