Als een B.V. een lening aangaat om privéuitgaven van haar dga te financieren zonder het financiële nadeel af te dekken, handelt zij onzakelijk. In dat geval is sprake van een verkapte winstuitdeling aan de dga.
Deze situatie deed zich onlangs voor in een zaak voor Rechtbank Gelderland. Een B.V. was bij de bank een lening aangegaan om de bouw van een herenboerderij voor haar dga te financieren. De rente op deze lening was gelijk aan de 1-maands Euribor plus 1%. De bank wilde deze lening alleen verstrekken als de B.V. tevens een renteswapovereenkomst sloot. De B.V. berekende de kosten van deze renteswapovereenkomst niet door aan haar dga. De rechtbank oordeelt dat de B.V. hiermee onzakelijk handelt. De B.V. was de geldlening met daaraan gekoppeld de renteswapovereenkomst alleen aangegaan om dit bedrag door te lenen aan haar dga. In zo’n geval mag men van met elkaar zakelijk handelende partijen verwachten dat zij contractueel vastleggen dat alle mogelijke negatieve gevolgen daarvan zullen worden doorberekend aan de dga. Dit geldt ook voor de gevolgen van een rentedaling. De B.V. wierp tegen dat op het moment van aangaan van de renteswapovereenkomst de toekomstige renteontwikkeling niet voorzienbaar was. Zij verwachtte toen juist een rentestijging. Dit maakt volgens de rechtbank echter niet uit. De B.V. heeft met haar handelen de dga bewust bevoordeeld, zodat sprake is van een verkapte winstuitdeling.
Vergoeding voor herstel mismatch
Een ander punt van geschil betrof een vergoeding die de B.V. van de bank had gekregen vanwege een opgetreden mismatch tussen de vergoedingsvrije aflossingen op de lening en die van de renteswap. De Belastingdienst wilde deze vergoeding belasten over het jaar waarin deze via verrekening was ontvangen. Maar de rechtbank oordeelt dat de heffing moet plaatsvinden over de jaren waaraan de vergoeding valt toe te rekenen.
Wet: art. 10, eerste lid, onderdeel a Wet VPB 1969
Meer informatie: Rechtbank Gelderland 18 juni 2018, ECLI:NL:RBGEL:2018:2866
Geef een reactie