De Europese Commissie heeft gedetailleerde technische wijzigingen van een aantal btw-regels in de EU voorgesteld. Deze regels vormen een aanvulling op het herzieningsvoorstel dat het stelsel fraudebestendiger moet maken.
In het huidige btw-stelsel wordt de handel in goederen tussen bedrijven opgesplitst in twee transacties: een van de btw vrijgestelde verkoop in de lidstaat van oorsprong en een belaste verwerving in de lidstaat van bestemming. Met dit voorstel wil de EC een einde maken aan deze kunstmatige opsplitsing van één enkele handelstransactie. Met de wijziging van de btw-regels zal de grensoverschrijdende handel in goederen worden gedefinieerd als één belastbare transactie, zodat goederen zullen worden belast in de lidstaat waar het vervoer ervan eindigt – zoals dat zou moeten zijn. Daarmee zou de btw-fraude sterk moeten worden beperkt.
Eén onlineportaal voor bedrijven (éénloketsysteem)
Om bedrijven zo vlot mogelijk te laten overschakelen op de nieuwe btw-regels, voorzien de nieuwe wijzigingen in de nodige bepalingen om een onlineportaal of ‘éénloketsysteem’ op te zetten waarmee EU-bedrijven al hun btw-verplichtingen bij b2b-transacties kunnen afhandelen, zoals aangekondigd in de hervormingsvoorstellen van de Commissie van oktober 2017. Het systeem zal ook gebruikt kunnen worden door bedrijven van buiten de EU die zaken willen doen met bedrijven in de EU en zich anders in elke lidstaat voor de btw zouden moeten registreren. Zodra het systeem is opgezet, zullen deze bedrijven gewoon een tussenpersoon in de EU moeten aanwijzen die voor hen de btw regelt.
Minder administratieve rompslomp
De wijzigingen blazen het zelfregulerende karakter van de btw nieuw leven in en verminderen het aantal administratieve stappen die bedrijven moeten zetten wanneer zij zaken doen met andere bedrijven in andere lidstaten. Voor de handel in goederen zullen niet langer specifieke rapportageverplichtingen nodig zijn, die samenhingen met de btw-overgangsregeling. Voor de handel binnen de EU zullen de factureringsregels gelden van de lidstaat van de verkoper, hetgeen voor hem een lastenverlichting moet betekenen.
Verkoper wordt in de regel verantwoordelijk voor de inning van de btw
Er wordt verduidelijkt dat de btw die verschuldigd is op de verkoop van goederen aan een afnemer in een andere EU-lidstaat, in rekening moet worden gebracht door de verkoper, naar het tarief van de lidstaat van bestemming. Alleen wanneer de afnemer een gecertificeerde belastingplichtige is (dat wil zeggen een betrouwbare belastingplichtige, die als zodanig door de belastingdienst is erkend), zal deze de btw moeten voldoen.
Meer informatie: Bericht Europese Commissie 25 mei 2018
Geef een reactie