In de Tax Talks-uitzending van 25 april 2018 is mr. André Verduijn RB ingegaan op de fiscale aspecten van de coulancevergoeding die sommige ondernemers aangeboden hebben gekregen vanwege het afsluiten van een renteswap.
Verduijn wijst erop dat in het verleden veel MKB-ondernemers met leningen tegen een variabele renten renteswapovereenkomsten zijn aangegaan. De reden was dat zij verwachtten dat de rente zou stijgen. De rente is echter gedaald en de ondernemers zijn dus heel slecht af met de swapovereenkomsten. Met een verwijzing naar recente rechtspraak stelt Verduijn dat de swapovereenkomst niet zelfstandig valt te waarderen als zij niet voor speculatieve doelen is aangegaan (zie ‘Bij speculatieve functie renteswapverlies aftrekbaar’). Diverse banken hebben het verwijt gekregen dat zij hun cliënten niet goed hebben geadviseerd over het afsluiten van een swapovereenkomst en hebben daarom een coulancevergoeding aangeboden. Voor de ondernemer zal deze vergoeding tot de winst behoren. Zie ook ‘UHR-vergoeding ontvangen uit renteswap, wat nu?’. De vraag is alleen wanneer men de coulancevergoeding tot de fiscale winst moet rekenen. In 2016 had de ondernemer hooguit een aanspraak. Hij mag deze tot zijn winst rekenen, maar hoeft dat niet. Als de ondernemer in 2017 een voorschot van 80% van de verwachte coulancevergoeding heeft ontvangen, behoort dat voorschot tot de winst. Maar de ondernemer mag daartegenover een voorziening vormen als hij aannemelijk weet te maken dat hij het aanbod van zijn bank niet zal aanvaarden en het voorschot daarom zal moeten terugbetalen. In 2018 komt het definitieve aanbod en mag de ondernemer de coulancevergoeding alleen buiten de winst laten als hij dit aanbod definitief afwijst.
Bekijk hieronder een compilatie van de uitzending.
Meer informatie?
Bent u nog geen abonnee? Neem dan nu een kennismakingsabonnement voor slechts € 49!
Wet: art. 3:6 BW en artt. 3.25 en 5.19 Wet IB 2001
Geef een reactie