Een ondernemer kan de belastingheffing over zijn stakingswinst uitstellen door het bedingen van een stakingslijfrente bij een verzekeraar. Wanneer de ondernemer de stakingswinst overmaakt op een geblokkeerde ‘loonstamrechtrekening’, voldoet de inleg niet aan de wettelijke voorwaarden.
Een dga had zijn eenmanszaak overgedragen aan een derde en daarvoor een koopsom ontvangen van € 250.000. Vervolgens had de dga in totaal € 150.000 gestort op een geblokkeerde gouden handdruk bankrekening bij een verzekeringsmaatschappij. De dga verklaarde in een hoorgesprek met de inspecteur dat ten onrechte een product voor een ontslagvergoeding was aangevraagd in plaats van een product voor de omzetting van stakingswinst in een lijfrente. Daarop keurde de inspecteur goed dat een betaling van € 50.000 alsnog met terugwerkende kracht werd omgezet in een betaling voor stakingswinstlijfrente. De dga maakte hiervan gebruik. Voor de resterende betaling van € 100.000 gaf de inspecteur aan de dga eveneens toestemming gebruik te maken van de mogelijkheid om met terugwerkende kracht de betaling aan te wenden voor een stakingswinstlijfrente. De dga maakte van deze mogelijkheid echter geen gebruik. In geschil bij Rechtbank Noord-Holland is of de betaling van € 100.000 aftrekbaar is als premie inkomensvoorziening. Dat is niet het geval. De inleg op de gouden handdrukrekening voldoet niet aan de voorwaarden voor aftrek als premie stakingswinstlijfrente. Ook weerlegt de rechtbank het argument van de dga dat de inspecteur hem eerder dan in de bezwaarfase had moeten wijzen op de mogelijkheid om het bedrag van € 100.000 alsnog aan te wenden voor een kwalificerende stakingswinstlijfrente.
Wet: art. 1.7 (lid 1 letter a), 3.124, 3.126a en 3.129 Wet IB 2001
Meer informatie: Rechtbank Noord-Holland 18 april 2018 (gepubliceerd op 14 mei 2018), ECLI:NL:RBNHO:2018:3786
Geef een reactie