De Belastingdienst heeft de Zwitserse collega’s verzocht om de bankgegevens van alle Nederlandse klanten bij Julius Bär (voormalig ING) te delen volgens berichtgeving in De Telegraaf. Met een reactie van mr. Mark Hendriks.
In de afgelopen jaren kreeg de Belastingdienst op een soortgelijke manier via de Zwitserse fiscus al inzicht in de gegevens van Nederlandse klanten bij de Zwitserse banken Credit Suisse en UBS. Dit verzoek is vergelijkbaar met die zaken, zegt de fiscus.
Hoeveel Nederlandse klanten de bank heeft en hoeveel vermogen die mensen hebben, is de Belastingdienst niet duidelijk. Die informatie hoopt men via het verzoek te krijgen. De Belastingdienst is al jaren op zoek naar Nederlanders die verzwegen vermogen hebben op buitenlandse rekeningen waarover ze geen vermogensbelasting hebben betaald. Daarover wil de fiscus nu alsnog heffen.
Reactie mr. Mark Hendriks
'Dit soort informatieverzoeken van de fiscus behelzen in feite niets anders dan fishing expeditions: de hengel uitsteken bij je Zwitserse collega’s in de hoop een vette vis aan de haak te slaan. Maar zonder enige concrete aanwijzing. Het is sterk de vraag of het verdrag tussen Nederland en Zwitserland voorziet in dit soort fishing expeditions. Toch leert de ervaring dat de Zwitserse autoriteiten een erg welwillende houding innemen bij dergelijke informatieverzoeken en veelal overgaan tot het inderdaad verstrekken van de gevraagde gegevens. Slechts als de belastingplichtige kan aantonen dat zijn Zwitserse bankrekening al staat vermeld in zijn aangiften of een inkeer is ingezet, is de Zwitserse belastingdienst bereid de gegevens niet uit te leveren. Voor mij staat buiten kijf dat belastingplichtigen die over een bankrekening bij Julius Bär – het voormalige ING – beschikken of hebben beschikt en deze tot op de dag van vandaag niet hebben aangegeven, op weinig clementie van de Nederlandse fiscus kunnen rekenen. Loopt men door deze gegevensuitwisseling tegen de lamp, liggen hoge boetes en mogelijk zelfs strafrechtelijke vervolging in het verschiet. Mijn advies zou dan ook zijn om zo spoedig mogelijk alsnog in te keren. Weliswaar is de inkeerregeling deels afgeschaft vanaf 1 januari 2018 maar voor de periode daarvoor, geldt de oude regeling nog steeds. En voor oudere jaren zou ik zelfs willen bepleiten dat de boete 0% moet zijn, op grond van de toen geldende regelgeving. Bij een inkeer is de fiscus aan zet en mag deze bewijzen dat de belastingplichtige wist of had moeten weten dat de belastingdienst hem of haar op het spoor was. Maar op grond waarvan dan? Een krantenbericht in De Telegraaf? Kortom: inkeren zolang het nog kan!'
Mark Hendriks is advocaat-belastingkundige bij Jaegers & Soons Advocaten.
Bron: Telegraaf, 7 februari 2018
Geef een reactie