Bij emigratie krijgt de AB-houder onder voorwaarden een vrijstelling van inkomstenbelasting en legt de Belastingdienst een zogeheten conserverende aanslag op. Bij bepaalde gebeurtenissen wenst de Belastingdienst die aanslag in te vorderen. Mr. Tamara Peters van Neijenhof en mr. Chantal van Lith gaan hier nader op in op Tax Talks.
Dividenduitkering
Indien na emigratie de aanmerkelijkbelanghouder (AB-houder) dividend ontvangt, vordert de Belastingdienst de conserverende aanslag gedeeltelijk in. De Belastingdienst vordert de aanslag in voor een bedrag ter grootte van 25% van de uitdeling, verminderd met ingehouden Nederlandse dividendbelasting (of inkomstenbelasting) en de daarover in het buitenland geheven belasting. Wanneer het nieuwe woonland niet heft, zal Nederland naast inhouding van de 15% dividendbelasting, 10% bij heffen door gedeeltelijke invordering van de conserverende aanslag.
Gevolgen verkoop aanmerkelijkbelangaandelen
Kan Nederland wel tot invordering van de conserverende aanslag overgaan als in het belastingverdrag tussen Nederland en het nieuwe woonland expliciet een termijn is genoemd (aanmerkelijkbelangvoorbehoud) maar de AB-houder de aandelen buiten deze termijn (fictief) vervreemdt. De Belastingdienst is van mening dat Nederland ook ná deze termijn de conserverende aanslag mag invorderen. De conserverende aanslag is immers opgelegd in de periode van binnenlandse belastingplicht. Wanneer de Belastingdienst vervolgens de conserverende aanslag int, zou heffingsbevoegdheid op grond van het verdrag niet van belang zijn omdat het alleen om inning van de aanslag gaat. De auteurs betwijfelen de juistheid van dit standpunt, zeker gezien voornoemde jurisprudentie met betrekking tot de conserverende aanslag voor pensioen- en lijfrenteaanspraken. De Hoge Raad heeft immers in zijn arrest van 19 juni 2009 aangegeven dat wél sprake is van strijd met goede verdragstrouw bij invordering van een conserverende aanslag terwijl heffing op grond van het verdrag is toegewezen aan woonland. Dat is met name het geval voor verdragen waarin een duidelijke termijn qua aanmerkelijkbelangvoorbehoud staat, bijvoorbeeld vijf of tien jaar en de Belastingdienst buiten deze termijn tot invordering overgaat.
Meer informatie
Mr. Tamara Peters van Neijenhof en mr. Chantal van Lith geven op Tax Talks in de e-learning ‘De gevolgen voor de inkomsten- en erfbelasting van emigratie van de aanmerkelijkbelanghouder’ een aantal argumenten om bezwaar te maken tegen conserverende aanslag(en) bij emigratie vanwege aanmerkelijk belang en vanwege pensioen- en lijfrenteaanspraken.
Bent u nog geen abonnee? Neem dan nu een kennismakingsabonnement voor slechts € 49!
Wet: art. 3.83, 3.136, Wet IB 2001, art. 25 (lid 8) IW 1990 en art. 26 lid 2 (IW 1990 oud)
Geef een reactie