Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft geoordeeld dat de bezwaren tegen de pseudo-eindheffing hoog loon (crisisheffing) ongegrond zijn. Eerder kwam de Hoge Raad tot hetzelfde oordeel. Bezwaren tegen de crisisheffing die met een vaststellingsovereenkomst zijn aangehouden, gaat de Belastingdienst nu afhandelen.
Het EHRM heeft op 7 december 2017 in drie zaken, waarvan twee proefprocedures, uitspraak gedaan. Het Hof heeft de bezwaren tegen de crisisheffing afgewezen. Het Hof vond de crisisheffing niet in strijd met het antidiscriminatiebeginsel (artikel 14 EVRM) en niet in strijd met het beginsel van het ongestoorde recht op eigendom (artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM).
De Hoge Raad had de bezwaren tegen de crisisheffing al in een eerdere proefprocedure, op 29 januari 2016, ongegrond verklaard. Hiermee zijn de bezwaren tegen de crisisheffing in proefprocedures door de hoogste rechters beoordeeld en afgewezen.
Wie bezwaar heeft gemaakt tegen de crisisheffing en daarna een vaststellingsovereenkomst heeft gesloten, krijgt binnenkort een brief van de Belastingdienst over de afhandeling van het bezwaar. Zoals afgesproken in de vaststellingsovereenkomst zijn de uitspraken in de proefprocedures leidend voor de beslissing op het bezwaar.
Meer informatie: Belastingdienst, 6 februari 2018
Geef een reactie