Kan men aantonen dat de inspecteur in vergelijkbare gevallen vergelijkbare belastingplichtigen gunstiger behandel? En kan de inspecteur niet aannemelijk maken dat dit volgt uit door hem gevoerd beleid of een op een hoger niveau gecoördineerd begunstigend gevoerd beleid? Dan slaagt een beroep op het gelijkheidsbeginsel.
Een man nam deel aan internetpokerspelen bij aanbieders die buiten de EU waren gevestigd. De man was over de gewonnen bedragen kansspelbelasting (KSB) verschuldigd. In geschil is de wijze waarop de verschuldigde KSB moet worden berekend en of de pokerspeler zich met succes kon beroepen op het gelijkheidsbeginsel. De Belastingdienst was voor het bepalen van de KSB tot 1 november 2008 uitgegaan van de gewonnen bedragen vermenigvuldigd met het tarief van 29%. De pokerspeler had het resultaat van zijn deelnames tot 1 november 2008 berekend door de opbrengsten te verminderen met zijn inzetten en het saldo hiervan te vermenigvuldigen met 29%.
EU-recht
De Hoge Raad had in twee arresten van 27 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:471 en ECLI:NL:HR:2015:472 geoordeeld dat de berekening van de Nederlandse KSB in strijd is met EU-recht. De Belastingdienst was van mening dat de Nederlandse wet voor 1 november 2008 niet in strijd was met EU-recht en legde naheffingsaanslagen KSB op berekend op basis van de opbrengst vermenigvuldigd met 29%. De pokerspeler wilde voor de berekening van de KSB uitgaan van opbrengst minus inzetten vermenigvuldigd met 29% op basis van het gelijkheidsbeginsel. De man beriep zich op niet gepubliceerd begunstigend beleid. Dit beleid hield in dat ook in de perioden tot 1 november 2008 de Belastingdienst KSB hief over de jaarwinst, zijnde prijzen minus inzetten. Daarbij verwees de man onder meer naar de door de Belastingdienst uitgereikte formulieren. Hierop was voor de grondslag KSB vermeld ‘Saldo prijzen minus inzetten’. Ook kon de man aantonen dat met de internetpokeraar vergelijkbare belastingplichtigen een gunstigere behandeling ten deel was gevallen. De inspecteur kon vervolgens niet aantonen dat die gunstigere behandeling van die andere internetpokeraars op een door hem gevoerd begunstigend beleid of een op een hoger niveau gecoördineerd begunstigend beleid berustte. Rechtbank Noord-Nederland honoreerde het beroep op het gelijkheidsbeginsel en vernietigde de naheffingsaanslagen KSB.
Wet: Art. 5 KSB (tekst 2007 en 2008)
Meer informatie: Rechtbank Noord-Nederland 22 december 2017 (gepubliceerd op 6 februari 2018), ECLI:NL:RBNNE:2017:4958
Geef een reactie